AMSTERDAM (ANP) – Het vonnis van de rechtbank in Den Haag in de zaak van de stoeptegelgooiers is in lijn met de heersende rechtspraak. Ook de bewezenverklaring van moord is daarmee consistent, zegt hoogleraar strafrecht en strafprocesrecht Th. de Roos. „Er zijn duidelijk voorbereidende handelingen getroffen en dan zit je al snel aan moord”, aldus de strafrechtsgeleerde woensdag in reactie op de uitspraak. De Roos kijkt dan ook geenszins op van het vonnis. „Toen deze zaak zich aandiende, zag ik al aspecten die wezen op het misdrijf moord. Overigens vind ik het verschil tussen doodslag en moord maar een detail. Het gaat hier vooral om de opzet, al dan niet voorwaardelijk”. De voorbereidingen op de fatale daad, zoals het slepen met „zware voorwerpen”, kunnen juridisch vertaald worden als een onderdeel van moord, in de visie van De Roos.

Dat de rechtbank opzet bewezen acht, is logisch, vindt De Roos. Hij wijst erop dat de veroordeling ook het gooien van een zak puin op de cabine van een vrachtwagen omvat. „Er was een aanmerkelijke kans op vreselijke gevolgen van hun handelen. Dat besef hebben de verdachten kennelijk voor lief genomen”.

Dat geldt ook voor de twee verdachten die minder actief zijn geweest. De Roos meent dan ook dat het voor de hand ligt dat dit tweetal voor dezelfde feiten is veroordeeld als hun twee actieve handlangers. „Zij hebben zich niet gedistantieerd. Niet tijdens de voorbreidingen, maar ook niet achteraf. Dat kan hebben bijgedragen aan de overtuiging van de rechter dat alle vier de mannen hetzelfde kan worden aangerekend”.

De Roos kan zich vinden in de opgelegde straffen, die lager zijn uitgevallen dan de eisen van de officier van justitie. „Die vond ik vrij hoog”.