De vier, drie bewaarders en een directeur, worden ervan verdacht betrokken of in ieder geval aanwezig te zijn geweest bij een mishandeling van een gedetineerde in de gevangenis in februari vorig jaar.

Mogelijk gaat het OM de vier ook nog vervolgen voor de mishandeling. Maar dat onderzoek is nog niet afgerond. In ieder geval is uit onderzoek door de Rijksrecherche gebleken dat de verklaringen van de vier niet deugen.

De mishandeling kwam pas boven water toen de gevangene, de 21-jarige D.H., voor de politierechter moest verschijnen, omdat hij een bewaker had geslagen. Hij vroeg toen waarom die bewaarders zelf dan niet vervolgd werden en deed ter plekke aangifte.

Uit rechterlijke stukken, waaruit de NRC heeft gepubliceerd, blijkt dat H. door drie bewaarders zou zijn geschopt en geslagen en met zijn hoofd op de grond geslagen. De worsteling ontstond vlak voor het bureau van de directeur. Die bagatelliseerde later de vechtpartij. Hij had niet gezien dat er „geslagen of geschopt” was. Bij het onderzoek ontkenden zowel de directeur als de drie bewaarders het verhaal van de gedetineerde.

Het ministerie van Justitie, de officiële werkgever van de vier, heeft „passende maatregelen” genomen tijdens het onderzoek. Het spreekt binnenkort met hen over hoe het met hen verder moet nu ze vervolgd worden.