„Scheppingsleer schrappen is kinderachtig”
D66 wil het bijbelse scheppingsverhaal schrappen als verplichte lesstof bij biologie. „Kinderachtig”, oordeelt Ronald Ridder, biologieleraar op het openbare Vallei College in Amersfoort. Hij snapt niet waar politici zich druk over maken. „Verschillende opvattingen maken het juist boeiend voor de leerlingen.”
Ridder geeft al 28 jaar biologie. En al die tijd behandelt hij de evolutietheorie. „Ik begin elke keer met de opmerking dat het een theorie is. Een theorie moet bewezen worden. Evolutie valt niet te bewijzen op de traditionele manier. Maar er zit natuurwetenschappelijk wel veel aannemelijks in. Daarom geloof ik in de evolutietheorie. Niet in alle details. Er zijn dingen in de evolutieleer die niet kloppen. Bijvoorbeeld dat er uit levenloze stoffen levende stoffen kunnen ontstaan. Of dat uit wanorde orde kan ontstaan. Dat blijft voor mij een raadsel. Ik heb er geen moeite mee dat eerlijk te zeggen.”
Het aanhangen van de evolutietheorie sluit het geloof in een hogere macht niet uit, poneert Ridder. „Ik ben van katholieken huize en geloof dat er een god, een scheppende kracht is. Maar niet in de zin van een God die de aarde in zes dagen heeft geschapen. Dat lijkt mij natuurwetenschappelijk niet houdbaar.”
Ridder gaat met deze zaken ontspannen om, zegt hij zelf. In zijn achtertuin met wilde planten, een vijver en een volière -„ik probeer een natuurlijk ecosysteem te creëren”- vertelt de 59-jarige docent uit Maarn hoe hij omgaat met levensbeschouwelijke thema’s als het ontstaan van de wereld. „Ik geef les op een openbare school met veel verschillende nationaliteiten. Ik heb onkerkelijke leerlingen in de klas, maar ook christenen, moslims, hindoes, kinderen van vluchtelingen uit Irak en Iran. Ze hebben allemaal hun eigen geloof en brengen dat mee in de klas. Ik heb er geen behoefte aan om de kinderen van welke opvatting dan ook te overtuigen. Leerlingen mogen in mijn les alles geloven. Als ik de evolutietheorie heb uitgelegd en iemand zegt daarna: Ik geloof dat mijn god de wereld heeft geschapen, dan vind ik dat prima. Het is een verrijking voor leerlingen om kennis te maken met verschillende opvattingen.”
Hoe ver gaat uw tolerantie?
„Als iemand zegt: Ik wil de evolutietheorie niet lezen, laat staan leren, dan gaat hij te ver. Ik vind dat elke leerling kennis moet nemen van deze theorie, omdat het de meest gangbare is in de natuurwetenschappen. Maar ik vind ook dat elke leerling kennis moet nemen van het scheppingsverhaal. En omdat er vele scheppingsverhalen zijn, zullen we moeten kiezen. Ik kies voor het bijbelse scheppingsverhaal.”
Hoe gaat uw lesboek met deze materie om?
Ridder bladert in de methode Nectar van uitgever Wolters-Noordhoff, die op zijn school wordt gebruikt. Hoofdstuk 17 van deel 4 heet ”Evolutie”. „Hier wordt naar mijn idee op een keurige manier uitgelegd wat de theorie inhoudt. Daar hoeft niemand aanstoot aan te nemen. In hetzelfde hoofdstuk staat een paragraaf over creationisme. Ook daar hoeft niemand zich aan te stoten. Het is de vrijheid van de leraar om deze materie verder uit te diepen. Dat moet je zeker niet gaan verbieden. Het is de charme van het onderwijs dat leraren iets persoonlijks aan hun les kunnen toevoegen. Ik moet wel eerlijk zeggen dat die charme onder druk staat, doordat leraren steeds minder klassikaal lesgeven. Maar een docent die dat wíl, heeft mogelijkheden genoeg om met zijn leerlingen over evolutie en schepping door te praten. Naar mijn indruk doen veel collega’s dat ook. Daarom snap ik D66 niet. Wat beoogt deze partij?”
Zou het de drang kunnen zijn om alles wat christelijk is op te ruimen?
„Dat is zinloos, want religie is niet uit te bannen. Hoe groter de ontkerkelijking, hoe meer behoefte mensen krijgen aan spiritualiteit.”
Wat verwacht u van het debat donderdag?
„Wat de uitslag ook is, de praktijk in het onderwijs zal er niet door veranderen. Docenten zullen gewoon op de huidige voet verdergaan. Het gaat ook prima zo. Waarom zouden we het scheppingsverhaal schrappen? Er zijn wel andere dingen waar politici zich druk over kunnen maken. Ik merk dat het item onder biologiedocenten helemaal niet leeft. Ze vinden het hele debat de sop van de kool niet waard.”