Eenling
Een christen is in onze maatschappij vaak een eenling. Normen en waarden die in het verleden nog breed werden herkend, zijn nu voor veel mensen volstrekt vreemd. Het referentiekader van christenen vindt geen weerklank meer en wordt door het overgrote deel van onze medeburgers niet eens begrepen.
Ondanks de voortschrijdende secularisatie was een belangrijk deel van onze bevolking tot voor kort bekend met de christelijke tradities. De grootste critici van het christelijk geloof geven vaak blijk van een verrassend grote kennis van de Bijbel. Het venijn dat in de literatuur soms tegen het christelijk geloof wordt geuit, is vaak gebaseerd op ervaringen die de schrijvers zelf hebben opgedaan binnen de kerken. Die categorie schrijvers verdwijnt echter langzaam.
De huidige generatie is niet eens op de hoogte van het christelijk gedachtegoed. Het christendom verdwijnt naar de marge van de samenleving en is steeds minder een factor waar rekening mee gehouden wordt. In de afgelopen acht jaar hebben de twee paarse kabinetten dat duidelijk laten zien. Het christendom is verworden tot een minderheidsgroepering en een individuele christen wordt daardoor steeds meer een onbegrepen eenling.
Andere kant
Er is echter ook een andere kant van deze ontwikkelingen. Nederland is onder de paarse kabinetten geconfronteerd met baanbrekende wetgeving op ethisch gebied. We kennen nu bijvoorbeeld het geregistreerde partnerschap en het homohuwelijk. Die samenlevingsvormen zijn vrij geruisloos geïntroduceerd in onze samenleving. Het is soms verbijsterend om te bezien hoe vanzelfsprekend dat wordt geaccepteerd. Er zijn bijvoorbeeld commissies ingesteld die moeten onderzoeken welke internationale complicaties zich kunnen voordoen en op welke wijze die opgelost kunnen worden.
Voorzover de wettelijke status van de alternatieve samenlevingsvormen in Nederland al wordt gezien als een normale ontwikkeling, internationaal ziet men dan niet zo. In alle culturen is juist kenmerkend voor het huwelijk dat het de samenleving regelt tussen man en vrouw. Indien personen van hetzelfde geslacht samenleven, wordt dat weliswaar ook in veel andere landen geaccepteerd, maar per definitie is er dan geen sprake van een huwelijk.
Buitenlanders vragen zich soms verbijsterd af of het werkelijk waar is dat in Nederland twee mensen van hetzelfde geslacht een huwelijk kunnen sluiten. Het is dan verfrissend om van een buitenstaander te horen dat een huwelijk tussen mensen van hetzelfde geslacht onmogelijk en tegenstrijdig is.
Ook het omzetten van een huwelijk in een geregistreerd partnerschap geeft in internationaal verband ingewikkelde complicaties. Specialisten op het gebied van internationaal privaatrecht moeten daarvoor nu een oplossing zien te vinden. In andere landen wordt die omzetting namelijk niet erkend.
In de praktijk is het al voorgekomen dat een in het buitenland gehuwd echtpaar in Nederland wilde scheiden. Sinds kort bestaat in Nederland de mogelijkheid van de zogenaamde flitsscheiding. Daarbij wordt het huwelijk eerst omgezet in een geregistreerd partnerschap. Het geregistreerd partnerschap kan daarna eenvoudig en zonder rechterlijke tussenkomst worden ontbonden. Indien echter een van beide partners later in het buitenland opnieuw in het huwelijk wil treden, zal deze met grote juridische problemen worden geconfronteerd.
In beginsel wordt de omzetting van een huwelijk in een geregistreerd partnerschap in het buitenland namelijk niet erkend. Dat heeft tot gevolg dat degene die in Nederland via die weg is gescheiden, in het buitenland nog steeds als een gehuwd persoon wordt aangemerkt, waardoor geen nieuw huwelijk gesloten kan worden.
Buitenbeentje
De wetgeving over de alternatieve samenlevingsvormen is in Nederland zonder veel weerstand ingevoerd. Het paarse kabinet vond dat dit moest kunnen. Immers: het volk wil het. In het buitenland kijkt men daar echter anders tegenaan.
Christenen worden in Nederland vaak niet meer begrepen. Internationaal gezien is Nederland echter een buitenbeentje geworden, een eenling.