„Ik was de eerste arbeidsgehandicapte”
„Binnen dit bedrijf was ik de eerste arbeidsgehandicapte.” De bekentenis komt vlot uit haar mond, ze acht zichzelf op geen enkele manier verheven boven haar werknemers. De directeur van drukkerij Wedding, Carin Wormsbecher (46), heeft de betrekkelijkheid van geld en goed leren inzien. „Mensen moeten vooral plezier hebben in hun werk.”
Het meer dan 150 jaar oude bedrijf uit Harderwijk won recent de landelijke prijs van het ministerie van Sociale Zaken voor de onderneming die zich het meest inspant voor werknemers die buiten de boot dreigen te vallen.
Het verhaal van de laatste vijf jaar van het leven van Carin Wormsbecher is even opmerkelijk als bewonderenswaardig. In 1984 betrad ze voor het eerst de drukkerij. Wedding toen was in handen van Gerald Bartelds, de man met wie zij later in het huwelijk trad. Carin werd zijn rechterhand, maar droeg geen eigen verantwoordelijkheid.
Daaraan kwam vier jaar geleden een abrupt einde toen Bartelds op 58-jarige leeftijd plotseling kwam te overlijden. Carin en de zeventien andere werknemers bleven verweesd achter. „Hij was een traditionele baas en delegeerde niet. Zijn overlijden sloeg hier echt een krater.”
Enkele dagen na de begrafenis van haar man nam Carin de stoel achter zijn bureau in. „Het bedrijf was voor mij een beetje Gerard. Het ging er ook om dat de klanten werden behouden, voor de gezinnen van de werknemers hier. Maar wat moest ik? Ik had geen grafische opleiding, geen verstand van cijfers, een middelmatige opleiding en een enorme angst het niet te kunnen.”
In nauw overleg met de accountant werd van maand tot maand bezien of het bedrijf zelfstandig kon worden voortgezet. De directeur-tegen-wil-en-dank delegeerde de meeste taken aan de werknemers, wist door haar kwetsbare opstelling het vertrouwen van hen te winnen en zwoegde ondertussen op een cursus boekhouden. In juni 2001 was duidelijk dat het verantwoord was het jaar „uit te zitten. In januari hadden we een prachtige winst, meer dan het jaar daarvoor. Iedereen knokte en dat had resultaat.”
In januari stortte de kersverse directeur in. „Voor mij begon toen pas de rouwverwerking. Ik kreeg een zware depressie en had een psycholoog nodig om me uit de put te praten. Ik was de eerste arbeidsgehandicapte bij Wedding.”
Toen ze enige maanden later enkele aarzelende stappen in het bedrijf aan de Industrieweg zette, had ze diep nagedacht. „Over de zin van mijn leven. Dat begon eigenlijk al toen ik waakte bij mijn overleden man, in onze prachtige woonboerderij. Toen overviel me de betrekkelijkheid van het bezit van een mooi huis. De ware zin van het leven ligt in geluk. Ik wilde wel verder met het bedrijf, maar dan alleen als de mensen die er werkten dat ook met plezier zouden doen.”
Ze beseft terdege dat haar terugblik dubbele gevoelens oproept: „Ik zou dit nooit hebben gekozen, maar het heeft me wel ontzettend veel gebracht. Ik had dit nooit willen missen.”
Met verdubbelde krachten wierp zij zich op haar rol als coach en vertrouwenspersoon voor de werknemers. Omdat oude irritaties in de menselijke verhoudingen al weer snel de kop opstaken, stopte Wormsbecher veel energie in het veranderen van de organisatie en het plaatsen van de juiste mensen op de goede posten. Vier werknemers met beperkingen traden de afgelopen jaren in dienst van Wedding: een gedreven drukker met motorische problemen, een dame die eerder in de WAO belandde door rug- en voetklachten en een hoofdverpleegkundige met een burn-out.
Maar ook een Kroatische vrouw die al haar bezittingen verloor en in Nederland kampte met een emotionele taalbarrière. „Zij is goed opgeleid, intelligent, maar wat de Nederlandse taal betreft ongelooflijk onzeker.”
Stukje bij beetje breekt Carin de onzekerheid af. „Op termijn zit er een financieel directeur in.” En ook de voormalige hoofdverpleegkundige heeft een speciale functie. „Zij is heel gevoelig voor de sfeer. Ze is mijn antenne binnen het bedrijf. Als er iets is, weet ik dat via haar direct.”
Voor Carin zijn er geen verschillen. „Wat zijn arbeidsgehandicapten? We hebben allemaal onze beperkingen. En iedere dag kan iemand een handicap oplopen. Dat probeer ik de mensen voor te houden. Diploma’s zeggen me niet zo veel, het gaat vaak meer om toewijding, inspanning en bepaalde sociale vaardigheden. Als iemand iets graag wil, ben je halverwege. Ik probeer, net als in een gezin, ieders vaardigheden te benutten.”
Zorgvuldig formulerend: „Andere ondernemers kiezen voor geld, winst of macht. Vaak wordt tegen mij gezegd: „Ach, jij bent een vrouw, ik kan dat niet.” Fel: „Dat is onzin, het is een keus. Een keus voor eerlijkheid.”
voetnoot (u17(Door de kwakkelende economie dreigen werknemers met een arbeidshandicap nog meer dan voorheen aan de kant te blijven staan. Vandaag het tweede artikel in een serie over werk en handicap. Morgen deel 3: „Deze baan is voor mij echt een wonder.”