Frankrijk krijgt nieuw centrale voor experimenten
Nederlandse bedrijven die technieken leveren aan het kernfusieproject ITER, zijn blij met de keuze voor het Zuid–Franse Cadarache voor de bouw van de nieuwe reactor. „Het is een groot succes voor Europa. De voorsprong op kernfusiegebied kan zo behouden blijven", aldus Mark Tiele–Westra van het FOM–Instituut voor Plasmafysica Rijnhuizen in Nieuwegein.
„Het is belangrijk dat de reactor in Europa komt te staan. Wij hebben een voorsprong op het gebied van kernfusie opgebouwd en mogen die niet kwijtraken. Bovendien vloeit het grootste deel van de kosten direct terug in de industrie. Daarnaast is het natuurlijk een prachtige locatie", meent Tiele–Westra.
Het FOM–Instituut is nauw betrokken bij ITER. Het bedrijf houdt zich bezig met de interactie van superheet gas (plasma) van 150 miljoen graden Celsius en de wand van een reactor. Het instituut heeft onder meer methoden ontwikkeld om de temperatuur en dichtheid van plasma te meten. Dit helpt de onderzoekers om de kernfusie zo efficiënt en optimaal mogelijk te laten verlopen.