Buitenland

Presidenten werken aan verzoening Balkan

De presidenten van Kroatië, Bosnië-Herzegovina en Servië-Montenegro hebben maandag op een conferentie in Belgrado beloofd nauwer samen te werken om de bittere herinneringen aan de Balkanoorlogen in de jaren ’90 te boven te komen. Ook signaleerden zij dat de toekomst van de Balkanlanden binnen de Europese Unie ligt.

AP
28 June 2005 10:35Gewijzigd op 14 November 2020 02:42

De bijeenkomst begon met een minuut stilte voor alle slachtoffers van de etnische conflicten die volgden op het uiteenvallen van de Joegoslavische federatie in 1991. Er werd speciaal stilgestaan bij het bloedbad van Srebrenica, waarin ongeveer 8000 moslimmannen en -jongens werden gedood. „Srebrenica is het symbool geworden van alle afschuwelijke wreedheden die in de oorlog zijn gepleegd”, zei Svetozar Marovic, de president van Servië-Montenegro.

Het waren Bosnisch-Servische militairen onder generaal Ratko Mladic die in juli 1995 de enclave onder de voet liepen en aan het moorden sloegen. De bescherming van de enclave was toevertrouwd aan Nederlandse blauwhelmen, die echter geen weerstand konden bieden aan de Serviërs.

Marovic zei dat Servië zich geconfronteerd ziet met de „zware last” van uitlevering van oorlogsmisdadenverdachte Mladic aan het Joegoslavië-tribunaal in Den Haag. Aangenomen wordt dat Mladic zich schuilhoudt in Servië.

Zijn collega Stipe Mesic uit Kroatië onderstreepte dat de drie voormalige Joegoslavische republieken hopen uiteindelijk te kunnen toetreden tot de Europese Unie, ondanks de „slechte reputatie” van de regio vanwege haar gevoeligheid voor crisis en instabiliteit.

Hij waarschuwde ook dat de oorlogen veel haat hebben gezaaid. „Laten we onszelf niet voor de gek houden, er is nog veel van aanwezig.”

De Bosnische president Borislav Paravac noemde aansluiting van de Balkanlanden bij de EU „onze enige toekomstige optie.”

De minister van Buitenlandse Zaken van Servië-Montenegro, Vuk Draskovic, bracht gisteren een bezoek aan Kosovo, het eerste sinds het einde van de oorlog zes jaar geleden. Draskovic bezocht de Servische minderheid in Gracanica, maar had daarnaast een ontmoeting met de tweede man van de VN-missie in Kosovo, Larry Rossin.

De conferentie in Belgrado is een periodieke bijeenkomst van non-gouvernementele organisaties, het zogenoemde Igman Initiatief. Het beraad ontleent zijn naam aan een mars in april 1995, toen een groep actievoerders de berg Igman overtrok om in het belegerde Sarajevo tegen de oorlog te kunnen protesteren.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer