„Niet instelling maar opleiding moet titel bepalen”
Afgestudeerden aan hogescholen moeten dezelfde titel kunnen krijgen als hun collega’s aan de universiteiten. Dat heeft een internationale commissie staatssecretaris Rutte (Onderwijs) maandag geadviseerd.
Het gaat naar het oordeel van de commissie alleen om hbo-opleidingen waarin de studenten ook onderzoek verrichten, niet voor alle hbo-opleidingen. Toegepast onderzoek lijkt nauwelijks ingebed en verbonden met hbo-opleidingen, heeft de commissie vastgesteld.
Rutte heeft Tweede Kamer maandag geschreven dat het voorstel hem „in grote lijnen" aanspreekt. Hij noemt het onderzoek van de commisie, die onder leiding stond van de Noorse hoogleraar R. Abrahamsen, „waardevol". De commissie raadpleegde onder meer F. Leijnse, de vroegere voorzitter van de HBO-raad en Y. van Rooy, voorzitter van het college van bestuur van Universiteit Utrecht.
Nieuwe titels zijn volgens de commissie nodig, omdat het aloude onderscheid tussen hoger beroepsonderwijs en wetenschappelijk onderwijs aan het vervagen is. Verder zijn veel opleidingen voor een deel wetenschappelijk en voor een deel beroepsgericht opgezet.
In de praktijk betekent het dat onderzoeksgerichte Bachelors (B) en Masters (M) de toevoeging Arts (A) of Science (Sc) krijgen. Beroepsgerichte afgestudeerden krijgen de titel Bachelor (B) of Master (M) mee. Voor beroepsgerichte studies waarin onderzoek een belangrijke rol speelt, kunnen achter de titels B en M, naast de toevoegingen Arts of Science, toevoegingen worden gebruikt die verwijzen naar het vakgebied, bijvoorbeeld Bachelor of Arts in American Studies.
De commissie schrijft dat internationaal historisch gegroeide en gebruikelijke titulatuur moet worden toegestaan. Ook als dat niet in het straatje van het ministerie past. Rutte schrijft van plan te zijn het voorstel te bespreken met universiteiten (VSNU) en hogescholen (HBO-raad) alsmede met de PAEPON, de niet-bekostigde instellingen in het hoger onderwijs als Nijenrode.