”Komt en ziet” luidde het dagthema. Voor de kinderen was er ’s morgens een verhaal, verteld door S. Brouwer-van den Berg. ’s Middags was er een speciaal programma in het bos, waarna het zojuist gevormde kinderkoor zong over de blinde Bartiméüs.

Ds. B. de Romph uit Noordeloos merkte op dat de aanwezigen op de zendingsdag comfortabel zaten vergeleken met de bosjesmannen die op de grond in het woestijnzand van de Kalahari zaten te luisteren naar evangelist J. C. Wessels, die hij enkele weken daarvoor had bezocht. Toch zag hij toen vele ogen glinsteren van vreugde, hoewel er ook velen waren die niet wilden komen en liever bij hun hut bleven drinken en dobbelen.

De predikant deelde mee dat Hessel Visser, missionair werker in Botswana, ongeveer eenvijfde deel van de Bijbel in het Naro, de taal van de bosjesmensen, vertaald heeft. Zijn vrouw Coby leert mensen van de stam de taal lezen en schrijven. Ds. De Romph vond het bijzonder om te zien hoe zelfs oude vrouwen zich inspanden om te leren lezen.

De zendingsdeputaat verhaalde van een aangrijpend afscheid, omdat het zeer waarschijnlijk de laatste keer was dat hij in Botswana was. Hij zei tegen de mensen daar dat hij verwachtte hen op aarde niet meer te zien, maar wel boven. Een vrouw toonde haar verwondering daarover. „Er zullen ook bushmen in de hemel komen”, aldus ds. De Romph, die sprak naar aanleiding van Openbaring 1:7, over het zien van de Heere Jezus op de oordeelsdag.

Kandidaat A. Huijgen, als assistent in opleiding (aio) werkzaam aan de Theologische Universiteit Apeldoorn en bezig met een proefschrift over de accommodatieleer bij Calvijn, vroeg aan de aanwezigen waar zij naar kijken. Hij sprak naar aanleiding van Matthéüs 11:8 en 9. „Kijken we naar auto’s, kleren of internet? Als je daarnaar kijkt, krijg je nooit genoeg. Het moet allemaal heftiger en spectaculairder en met meer lichteffecten. Je wilt het nog flitsender, maar je raakt er toch op uitgekeken. Je raakt echter nooit uitgekeken op de Heere Jezus. Wie op Hem ziet, vindt de vergeving van zonden. Hem zien is het leven zelf.”

Ds. H. Korving uit Leerdam stond stil bij Zachéüs, die Jezus wilde zien (Lukas 19:5). „Jezus zag hem vol liefde aan en kende zijn levensverhaal beter dan dat Zachéüs het zelf kende. De tollenaar was geen N.N., geen nummer. Jezus zag schuld, verwarring, eenzaamheid, schroom en distantie bij Zachéüs. De Heere Jezus is gekomen om te zoeken dat verloren was. Zachéüs zag daarna alles anders, want hij kreeg zelfkennis, zondekennis, Christuskennis, Godskennis en mensenkennis. Hij werd bewogen over het lot van zijn vrienden. Echte zendingsvrienden zijn bewogen over hun naaste.”

Toen evangelist H. Bor uit Gent onlangs in een gevangenis preekte, zei hij tegen een groep gevangenen die naar hem luisterde dat ze allemaal voor de rechterstoel van Christus zouden moeten verschijnen, zo zei de evangelist tijdens zijn toespraak. „Henk, jij altijd met het oordeel!” schreeuwde een woedende knaap, waarna hij opstond en de zaal verliet. Een paar weken later was de jongeman toch weer aanwezig. Tijdens de dienst zei hij: „Ik was door de rechter tot acht jaar veroordeeld en daarom kon ik het niet hebben dat je over het oordeel sprak. Ik heb mijn Bijbel aan flarden gescheurd. Desondanks kon ik het later niet laten om te bidden en toen voelde ik dat ik verkeerd gedaan had. Jongens, Henk heeft het heil van onze ziel op het oog.”

Bor: „De verleiding komt in je op om niet over zonde en oordeel met gevangenen te spreken, maar je moet toch eerlijk zijn? De Heere Jezus droeg smaad en hoon. Hij zocht niet Zijn eigen eer maar de eer van de Vader. Dat moeten wij ook proberen, met een bewogen hart.”