Geen keuze voor bijbelse politiek
De één verloor meer dan 40.000 stemmen, de ander won er zo’n 10.000 bij. Als het daarom gaat hebben de partijvoorzitters van ChristenUnie en SGP bij de verkiezingsuitslag van 15 mei tegengestelde gevoelens. Zware teleurstelling bij Van Daalen, getemperde blijdschap bij Kolijn. Maar over het totaalbeeld oordelen ze hetzelfde: „De massale stem op het CDA was geen keuze voor bijbelse politiek.”
De kamerverkiezingen van 2002 gaan als een historische omslag de geschiedenisboekjes in. De paarse partijen die de afgelopen acht jaar de BV Nederland bestuurden, kregen van de kiezers een ongelooflijk pak slaag. Waar zij met elkaar 44 zetels verloren, won het CDA, de christelijke partij die na haar dramatische val in 1994 door velen was afgeschreven, er veertien zetels bij.
Nog los van hun eigen score, staan de partijvoorzitters van ChristenUnie en SGP bij die uitslag niet te juichen. Kolijn: „Ik beoordeel de veranderingen lang niet in alle opzichten positief. De kiezer heeft geen enkele ideologische binding meer en is volledig op drift geraakt. Zijn stem op het CDA is een afrekening met paars, maar komt beslist niet voort uit een behoefte aan christelijke normen en waarden.” Van Daalen: „De groei van het CDA is vooral een gevolg van de sfeer die ontstaan is na de opkomst van de Lijst Pim Fortuyn. Wie voor echt christelijke politiek is, kon beter op de ChristenUnie stemmen.”
Dat deden de kiezers nu juist níét. Waar de ChristenUnie de laatste maanden hoopte op een zeteltje of zes, zeven, kwam de klap op 15 mei verpletterend hard aan. De partij kreeg met moeite mandaat voor vier zetels, waardoor geroutineerde kamerleden als Slob, Stellingwerf en Van Middelkoop hun koffers kunnen pakken.
Zwaar teleurgesteld
Van Daalen kan er enkele dagen later nog steeds niet over uit. „Dit had ik niet verwacht. De afgelopen decennia klommen de kleine christelijke fracties langzaam omhoog. Sinds 1986 is dit de eerste keer dat zij er gezamenlijk op achteruit zijn gegaan. Ik ben er zwaar teleurgesteld over dat veel ChristenUnie-stemmers dit keer blijkbaar een strategische keuze hebben gemaakt.”
Want dat blijft voor de partijvoorzitter de belangrijkste verklaring voor de forse terugval van zijn partij. „Christenen hebben op het laatste moment gedacht: Laat ik in deze onrustige tijden toch maar op het CDA stemmen. We hebben signalen dat zelfs léden van de ChristenUnie op Balkenende hebben gestemd. Het CDA, dat onder de nieuwe, gereformeerde leider stabiliteit en vastheid uitstraalt, moest hoe dan ook de grootste worden, vonden zij.”
Van Daalen vindt het heel jammer dat mensen zo geredeneerd hebben. „Een stem op het CDA is geen stem op echt bijbels genormeerde politiek. Bovendien: of het CDA nu 40 of 43 zetels haalt, maakt voor de machtsverhoudingen weinig uit. Of wij er vier of zeven hebben, maakt relatief veel meer uit. Het is gewenst dat er naast het CDA een sterke ChristenUnie staat. Inmiddels zien heel wat mensen dat in. Op het partijbureau komen mailtjes binnen van CDA-stemmers die spijt hebben van hun stemgedrag. „Als we de uitkomst geweten hadden, hadden we het nooit gedaan”, schrijven ze. Maar ja, het is nu te laat.”
Driekwart van de mailtjes betreft mensen die om strategische redenen op het CDA hebben gestemd. Maar er zijn ook geheide ChristenUnie-stemmers die andere redenen opgeven voor hun afwijkend stemgedrag op 15 mei. Van Daalen: „Ja, er zijn er ook die de persoon van de lijsttrekker noemen. Of dat we geen helder profiel hadden. Of dat we te weinig contact hebben gehouden met de achterban. Maar dat zijn allemaal verschillende redenen waarin ik niet gemakkelijk een grote lijn kan ontdekken.”
Staat Israël
SGP-voorzitter Kolijn heeft daar minder moeite mee. „Voorop gesteld: ik ben een buitenstaander en wil niet goedkoop commentaar leveren op de electorale terugval van een andere partij. Maar ik maak me toch sterk dat er een paar punten hebben meegespeeld. Zo ziet een aantal oud-GPV’ers weinig in de koers van de ChristenUnie. In een stad als Groningen heeft de partij flink verloren, de SGP aanzienlijk gewonnen.
Ook zijn er evangelischen die heel bewust geen ChristenUnie maar SGP stemmen omdat wij bijbelse standpunten consequenter uit zouden dragen en positiever zijn over de staat Israël. Ten slotte zullen er nog wel wat boeren geweest zijn die slecht uit de voeten kunnen met het aanschurken tegen GroenLinks als het om agrarische onderwerpen gaat.”
Maar de belangrijkste factor voor het verlies van de ChristenUnie -afgezien van de strategische keuze voor het CDA- lijkt Kolijn „het lonken naar de macht, waarin de ene kandidaat overigens verder ging dan de andere. Veel kiezers zullen gezegd hebben: Als de ChristenUnie dan zó compromisbereid is, dan stappen we wel meteen naar het CDA.”
Zo bezien hangt de strategische keuze voor het CDA niet alleen samen met de instabiliteit van de laatste weken, maar ook met de wijze waarop de ChristenUnie campagne heeft gevoerd, denkt Kolijn. „Ik heb dat met name geproefd na het debat tussen Balkenende, Van der Vlies en Veling in Zwolle. Veling kwam zwaar in de problemen omdat hij niet duidelijk kon maken hoe ver zijn partij concreet zou willen gaan in het sluiten van compromissen over ethische onderwerpen. Zo bezien heeft men het zetelverlies voor een deel over zichzelf afgeroepen.”
Van Daalen wil die analyse niet zomaar onderschrijven. „Ik blijf erbij dat de situatie onvergelijkbaar anders was geweest zonder de opkomst van Fortuyn en de grimmige sfeer die daardoor ontstond. De ChristenUnie is getroffen door een voorbijvliegend projectiel. Dat is de hoofdzaak. Als je een verkiezingsnederlaag lijdt, komt er vervolgens ook altijd andere onvrede boven. Dat is een onvermijdelijk bijverschijnsel.”
Achilleshiel
Ondertussen geeft hij eerlijk toe dat zijn partij te veel met de situatie na 15 mei bezig is geweest. „Al dat praten over regeringsverantwoordelijkheid is in de campagne misschien wel onze achilleshiel geweest. De houding van RPF en GPV is altijd geweest: voor regeringsverantwoordelijkheid mag je in principe niet weglopen, maar we zoeken het niet zelf op. Na het ontstaan van de ChristenUnie zeiden steeds meer mensen: Kijk, ze worden groter en relevanter. Op die signalen ga je dan als partijtop reageren in je publieke uitlatingen. Zo ontstaat voor de mensen in het land een diffuus beeld. Misschien hadden we veel duidelijker moeten zeggen: Dit is niet ”in Frage”, hier zijn we nog niet aan toe. Punt uit.”
Om er goed achter te komen wat er aan de hand is geweest, hopen partijbestuur en kamerfractie zo snel mogelijk in contact te treden met hun achterban. „In juni hopen we al op een aantal plaatsen in het land bijeenkomsten te hebben om te horen wat er onder de mensen leeft. Daarnaast willen we een gedetailleerde enquête houden onder al onze leden. We willen hun een persoonlijke brief sturen en op onze website gelegenheid geven tot reageren.”
Aan aftreden, zoals partijlid Roel Freeke, politicoloog en raadslid in Utrecht, gisteren in het Nederlands Dagblad met klem adviseerde, denken Van Daalen en zijn medebestuursleden niet. „We krijgen veel positieve signalen van mensen die zeggen: Echt, aan jullie ligt het niet. Jullie hebben gedaan wat jullie konden.”
Instabiel
Dat de ChristenUnie een wat instabiel electoraat heeft, is voor Van Daalen geen verrassing. „Dat heb ik altijd geweten. Als alle mensen die in de loop der jaren op ons hebben gestemd nu gezamenlijk voor ons gekozen hadden, hadden we waarschijnlijk wel tien zetels gehad. Maar het is een feit dat er heel wat mensen zijn die maar één of twee keer op de ChristenUnie stemmen en een volgende keer weer wat anders. De grote vraag is alleen waarom men nu zo massáál is weggegaan.”
Als de ChristenUnie 40.000 stemmen verliest en de SGP er 10.000 wint, ligt het voor de hand te veronderstellen dat er voor een deel sprake is van communicerende vaten. Kolijn: „Er zijn zeker ChristenUnie-mensen, met name oud-GPV’ers, die dit keer met overtuiging op ons gestemd hebben. Maar dat is niet de enige verklaring voor onze groei. Het lijkt er veel op dat onder die extra 10.000 SGP-stemmers veel jonge mensen zijn in de leeftijd tot 35 jaar. In een onderzoek van de PZC onder 70.000 leerlingen op allerlei soorten scholen scoorde de SGP opmerkelijk goed, ik meen een procent of drie.”
Jarenlang kalfde het SGP-electoraat af. In 1994 verloor de partij zelfs 20.000 stemmen, vier jaar later gingen er nog eens 4000 af. Kolijn: „Dat we de derde zetel nu weer kwijt zijn, stemt me natuurlijk verdrietig. Maar we hebben ook reden tot dankbaarheid. Dat we in absolute aantallen zijn gegroeid hebben we in de eerste plaats aan God te danken.
Maar middelijkerwijs mogen we ook opmerken dat we er blijkbaar in geslaagd zijn de grote, jarenlange inzet van onze kamerfractie goed voor het voetlicht te brengen. Veel van wat Fortuyn naar voren bracht, is door de SGP-fractie al lange tijd geponeerd. En dan veel beter onderbouwd en op een christelijke basis. Maar dat laatste is voor veel Nederlanders blijkbaar een belemmering geweest om het te zien en te waarderen.”
Inzet jongeren
Ook de inzet van een „enthousiaste en goed draaiende jongerenorganisatie” kan volgens Kolijn een deel van de verklaring voor het succes zijn. Dat het dit jaar om incidentele winst gaat, gelooft de partijvoorzitter niet. „De ontwikkeling ligt in de lijn van de gemeenteraadsverkiezingen. Ook daar kwamen we positief uit, waarbij het opmerkelijk was dat we juist in plaatsen waar we gescheiden van de ChristenUnie optrokken, veel winst boekten. De ChristenUnie daarentegen brak bij de raadsverkiezingen niet door, wat voor mij al een teken was dat het met die partij niet goed ging.”
Welbeschouwd had de uitslag voor de SGP nog hoger kunnen zijn, meent Kolijn. „Als je de uitslagen van de gemeenteraadsverkiezingen vergelijkt met de kamerverkiezingen, zie je dat bij de laatste minder mensen op de SGP stemmen. In Terneuzen scheelt dat al 200 stemmen. Ook wij hebben waarschijnlijk te maken met mensen die uit machtsoverwegingen voor het CDA kiezen. Dat is jammer, zeker nu we de derde zetel weer zijn kwijtgeraakt.”
Eén zetel minder betekent voor een kleine fractie heel wat, weet Kolijn. „De kamerleden krijgen het drukker. Ze hebben minder geld voor personeel.” De juiste houding onder dit alles is de gestalte van Job, meent hij. „Die kon zeggen: De Heere heeft gegeven -dat ervoer de SGP in 1998-, de Heere heeft genomen -dat ervaren we nu-: de Naam des Heeren zij geloofd.”
Les
Eén belangrijke les heeft de partijvoorzitter uit de huidige campagne in elk geval getrokken: „Die bezinningsbijeenkomsten waren buitengewoon indrukwekkend en trokken veel meer mensen dan welke fora of spreekbeurten ook. Zulke bijeenkomsten van Woord en gebed moeten we vaker houden, ook tijdens normale campagnes.”