Deze stijlverandering is een reactie op de verkiezingsuitslag, aldus voorzitter D. Terpstra van de vakcentrale CNV vrijdag tijdens een SER-vergadering.

Volgens Terpstra blijkt uit de uitslag dat veel mensen zich verzetten tegen een achterkamertjespolitiek. „De SER maakt deel uit van zo’n cultuur waarin de discussie is ingeperkt tot het poldermodel”, aldus Terpstra.

Vakbonden, werkgevers en onafhankelijke deskundigen vergaderen in de SER samen over sociaal-economische adviezen aan de regering. De partijen sloten dit jaar compromissen over onder meer de WAO en de pensioenfondsen.

FNV-voorzitter L. de Waal sprak over „meer passie in de polder.” De Waal wil „meer publiek debat tussen de instanties in de SER, met de achterban desnoods. Ook dat hoort bij de volgens mij door de bevolking gewenste cultuurverandering.”

De werkgevers zien geen noodzaak voor een andere stijl in het adviesorgaan voor de regering. „De SER wordt ten onrechte in het verdachtenbankje gezet”, aldus voorzitter J. Schraven van ondernemingsorganisatie VNO-NCW. „Toetssteen is de kwaliteit van de adviezen. Daar heeft het niet aan ontbroken.”

Voorzitter H. Wijffels van de SER concludeerde dat de raad moet blijven doen waar ze voor is, namelijk advies geven over sociaal-economische onderwerpen en daardoor bijdragen aan stabiliteit in de samenleving. „Misschien dat we later nog maar eens over de stijl moeten spreken”, zei Wijffels, waar hij later aan toevoegde dat er tijdens deze vergadering ook al stevig werd gedebatteerd.