Dat heeft het openbaar ministerie in Leeuwarden vrijdag bekendgemaakt bij de presentatie van het second-opinion-onderzoek naar het misdrijf. Het zestienjarige meisje uit het Friese Zwaagwesteinde werd in de nacht van 30 april op 1 mei 1999 vastgebonden, verkracht en vermoord.

De zaak zorgde voor veel ophef, vooral omdat omwonenden een verband legden met het nabijgelegen asielzoekerscentrum. Een verdachte uit het centrum, die in Turkije werd opgepakt, bleek echter niets met de moord te maken te hebben.

De ouders van het meisje zijn inmiddels ingelicht over de nieuwe ontwikkeling. „We vinden het heel positief dat het onderzoek heropend wordt”, aldus Vaatstra.

Justitie besloot begin dit jaar om vier deskundigen nog eens naar het doodgelopen onderzoek te laten kijken. Dat gebeurde toen er ook na een tweede uitgebreid DNA-onderzoek -onder 500 mannen- geen dader kon worden opgespoord. De recherche heeft wel erfelijk materiaal (DNA) van de vermoedelijke moordenaar.

Het second-opinion-team bestond uit advocaat-generaal L. van Dijk, officier van justitie O. van der Veen, beiden afkomstig van het OM in Den Haag, en de rechercheurs W. Vellings en A. de Vries van de regiopolitie Gelderland-Zuid en Gelderland-Midden.

De twee rechercheurs lichtten eerder ook de vastgelopen zaak naar de moord op Nicky Verstappen door. De 11-jarige jongen uit het Limburgse Heibloem werd in augustus 1998 tijdens een jeugdkamp vermoord op de Brunssummerheide. Deze second opinion heeft nog niet geleid tot het oplossen van de zaak.

Het gebruik van een second-opinion-team is een nieuw instrument van het OM. De Vaatstra-zaak is de tweede keer dat het gebruikt wordt.

De vier deskundigen hebben geadviseerd om het accent in het nieuwe onderzoek te leggen op klassieke recherchemethoden, wat betekent dat veel mensen ondervraagd of opnieuw ondervraagd zullen worden.

De overdracht van informatie van het oude naar het nieuwe rechercheteam heeft inmiddels plaatsgevonden. Het team wordt voor een periode van zes maanden aangesteld. Mocht het onderzoek daar aanleiding voor geven, dan kan die periode verlengd worden.