De Antilliaanse minister P. Comenencia is teleurgesteld, zei hij na afloop van het overleg. Hij zal de uitkomst overbrengen aan het kabinet op Curac_ao, dat zich van meet af aan fel tegen zo’n regeling heeft gekeerd. De Antillen vinden dat de regeling Antilliaanse jongeren discrimineert.

„Een stukje winst" is volgens Comenencia wel dat is afgesproken dat er onderling nauw contact blijft over beleid en voornemens. „Het overleg was wat dat betreft niet helemaal zinloos". De vorige keer werden de Antillen verrast door de Haagse plannen.

Die houden in dat Nederland jongeren tot 24 jaar terugsturen naar de eilanden als ze in Nederland niet binnen drie maanden werk of huisvesting hebben of als ze door de rechter zijn veroordeeld. Nederland wil hiermee bereiken dat kansarme jongeren uit de overzeese gebieden afglijden naar de criminaliteit.

De Rijksministerraad omarmde volgens Comenencia „van harte" de sociale vormingsplicht die de Antillen gaan invoeren voor jongeren op de eilanden. Het moet kansarme jongeren tussen de 16 en 24 jaar bijspijkeren met onder meer leer– en werkprogramma’s. Nederland draagt financieel bij aan de invoering van de vormingsplicht. De Tweede Kamer heeft onlangs een kleine opening geboden naar de Antillen. Als de vormingsplicht aantoonbaar werkt, is het parlement bereid de noodzaak voor de toelatingsregeling opnieuw te heroverwegen.

Comencia zei vrijdag dat de Antillen nog niet naar de internationale rechter stappen, waarmee de Antilliaanse premier Ys onlangs dreigde. „Dat is een ultimum remedium en is nu nog niet aan de orde. We blijven eerst in gesprek over de kwestie".