Diezelfde heffingen leiden wel tot een lagere levensstandaard van de Amerikanen, zo betoogde Greenspan donderdag voor de Senaat. Washington en Peking liggen de laatste weken met elkaar overhoop omdat in de eerste maanden de uitvoer van goedkope textielproducten naar de VS met 258 procent is geëxplodeerd ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. De VS besloten vorige maand quota in te stellen om zo de import uit China te beperken.

Een doorn in het oog van de Amerikanen is daarbij ook de koers van de yuan. Die zou veel te laag zijn, waardoor Chinese producten tegen te lage prijzen worden verkocht. China profiteert op die manier oneerlijk van het concurrentievoordeel, wat ten koste gaat van banen bij Amerikaanse textielbedrijven, stellen de VS.

Ook dit beeld is niet helemaal juist, verklaarde Greenspan. Er zijn maar weinig bewijzen dat een hogere koers van de yuan leidt tot meer banen in de verwerkende industrie in de VS. Mocht de Chinese munteenheid worden opgewaardeerd tegenover de Amerikaanse dollar, dan zal het handelstekort van de VS niet minder worden. De import uit China zal dan weliswaar minder worden, maar tegelijkertijd zullen de Amerikanen meer producten uit andere Aziatische landen kopen.

Greenspan onderstreepte dat een flexibele wisselkoerssysteem in het voordeel van China is. Het zorgt voor een grotere economische stabiliteit in de Volksrepubliek. Momenteel is de yuan gekoppeld aan de dollar.