De rechters gaven daarmee een lagere straf dan de tweemaal zestien jaar cel die het openbaar ministerie twee weken geleden eiste.

Het slachtoffer werd op 16 januari in zijn huis door het hoofd geschoten en meermalen met een honkbalknuppel geslagen. De man overleed vrijwel direct aan de verwondingen. Pas elf dagen na de moord werd het lichaam van de Fries gevonden.

De rechtbank acht beide mannen schuldig aan het medeplegen van moord. „Op het hoogste recht, het leven, is inbreuk gemaakt”, stelde de rechtbank. Vooral het feit dat de twee veroordeelden het slachtoffer al eerder hadden willen ombrengen en daar ook de voorbereidingen voor hadden getroffen, woog voor de rechtbank zwaar mee.

De rechtbank vindt beide mannen even schuldig, maar gaf V. twee jaar cel minder omdat hij verminderd toerekeningsvatbaar wordt geacht. Tijdens de zitting twee weken geleden werd duidelijk dat D. het dodelijke pistoolschot heeft gelost, waarna V. met een honkbalknuppel nog enkele malen op het hoofd van het slachtoffer heeft geslagen.

V. gaf tijdens de uitspraak aan in hoger beroep te gaan. Of D. dat ook doet, is nog niet duidelijk.