„Zorg over beveiliging in Nederland”
Als de Nederlandse commando’s in het zuiden van Afghanistan Osama bin Laden oppakken of uitschakelen heeft Nederland een groot probleem.
Dat zegt terreurdeskundige Glenn Schoen (41). Hij was vanmiddag een van de belangrijkste sprekers op een conferentie over nationale veiligheid in het Kurhaus in Scheveningen.
De Amerikaan Schoen, geboren in Nederland als zoon van een Nederlandse vader en een Amerikaanse moeder, werkt sinds begin dit jaar voor Ernst & Young Security and Integrity Services in Amsterdam. In die rol adviseert hij grote bedrijven, vooraanstaande families en overheidsinstanties over terrorismedreiging. „De klanten realiseren zich het risico van een zelfmoordaanslag met een bomauto in een land als Jordanië of Saudi-Arabië maar al te goed.”
Sinds 1996 geldt de Amerikaan als kenner van de terreurgroep al-Qaida. Hij adviseerde het Congres. De aanslagen van september 2001 in de Verenigde Staten verrasten hem niet („al sinds midden jaren negentig waren er plannen om vliegtuigen in te zetten”), de schaal ervan wel. „Ik dacht eerder dat zoiets in het Midden-Oosten zou plaatsvinden.”
Schoen denkt niet dat terroristen nog een keer vliegtuigen zullen gebruiken als vliegende bommen. „Terroristen passen zich iedere keer weer aan. Gewone bom, autobom, rijdende bom, schoenbom en vorig jaar maart in Madrid bommen in rugzakken op afstand tot ontploffing gebracht. Ze zoeken nieuwe tactieken en doelwitten.”
In feite loopt de terreur voor de beveiliging uit. „Men zoekt naar nieuwe manieren om oude wapens te gebruiken. Terroristen zijn erop uit om het ons moeilijk te maken.”
Ook Nederland is doelwit. De uitzending van Nederlandse commando’s naar Afghanistan voor de jacht op terroristen heeft de dreiging van aanslagen alleen maar vergroot. „Stel je voor dat een Nederlander daar mensen van al-Qaida oppakt of doodt. Dat heeft een wereldwijde impact. In één klap zijn dan een hoop Nederlandse belangen potentieel doelwit.”
Volgens Schoen kan zoiets beginnen met een dreiging tegen de Nederlandse ambassade in bijvoorbeeld Islamabad en eindigen met een aanslag in de Amsterdamse metro. „Kleine dingen kunnen grote dingen veroorzaken. Kijk naar het verhaal dat in de Abu Ghraib-gevangenis een koran door het toilet zou zijn gespoeld. Dat ging onmiddellijk de halve wereld rond en leidde tot protestacties.”
Met de moord op Theo van Gogh in november vorig jaar was Nederland de onschuld voorbij. „In het briefje dat Mohammed B. achterliet op het lichaam van Van Gogh verwijst hij naar Irak en Afghanistan: de Nederlandse bijdrage aan de oorlog tegen het terrorisme. Daar zit een bepaalde dreiging aan vast. Die hoeft niet per se van terreurgroepen te komen. Ook individuen kunnen gevaarlijk zijn.”
Dat het ministerie van Defensie terughoudend is met informatie over de acties van de commando’s in Afghanistan vindt Schoen een goede zaak. „Die radiostilte is oké. Je moet voorzichtig omspringen met het naar buiten brengen van zaken. Als Nederland negatief in het nieuws komt, heeft dat zeker gevolgen.”
Als het op beveiliging aankomt zijn er in Nederland een hoop zaken goed geregeld, meent Schoen. „Een prima land. Toch maak ik me wel zorgen. Als je weet dat er dreiging is, moet dat gevolgen hebben. Als ik dan mensen van Greenpeace zie dansen op de koepel van de kerncentrale in Borssele ontbreekt er toch iets aan de beveiliging.”
Een kanttekening in het voordeel van de verantwoordelijken: „Het vervelende van terrorisme is dat je een hoop dingen niet kunt doen of laten zien totdat er iets gebeurt. Toen Van Gogh werd vermoord, stonden de ministers Donner en Remkes klaar met hun lijstjes en kregen ze lof van de Kamer.”
Een aanslag zoals die op 11 maart vorig jaar in Madrid verwacht Schoen hier niet. Toch zit Nederland in de gevarenzone. „Incidenten zullen er wel komen. Er lopen wat minder fijne figuren rond in dit land, wellicht plannenmakers. Niet de nummer 3 van al-Qaida, maar misschien wel nummer 368.”