Cultuur & boeken

Brieven aan een beproefd moederhart

Titel:

J. van ’t Hul
22 June 2005 09:02Gewijzigd op 14 November 2020 02:40

”Bemoedigd uit het Woord. Troostbrieven van John Knox”, met inleiding en levensschets door N. A. Eikelenboom
Uitgeverij: Den Hertog, Houten, 2005
ISBN 90 331 1875 0
Pagina’s: 107
Prijs: € 13,50. „Het geduldig wachten van wie zwaar beproefd wordt, is nog nooit beschaamd.” Zo staat het boven een brief die de Schotse reformator John Knox stuurde naar zijn schoonmoeder. Knox was bezorgd. Hij wilde weten hoe zijn schoonmoeder het maakte in haar „voortgaande wandel met Christus Jezus, in de dag van deze Zijn strijd, die binnenkort eindigen zal.”

De brief vormt de opening van een verklaring van John Knox over Psalm 6. „Wat betreft uw aanhoudende beproeving, die God u heeft gezonden met een betere bedoeling dan die welke wij op dit moment kunnen ontdekken: ik ben voor u met de verklaring van Psalm 6 begonnen. Wanneer God me de gelegenheid en de gezondheid van het lichaam zal geven (dat nu heel zwak is), ben ik van plan die te voltooien.”

De verklaring van Psalm 6 is, samen met enkele brieven aan zijn schoonmoeder, Elizabeth Bowes-Aske, te vinden in het boek ”Bemoedigd uit het Woord”. Zowel de verklaring als de brieven zijn vanuit het Engels vertaald door N. A. Eikelenboom. Eikelenboom leidt het boekje in met een rake en bondig geschreven levensschets van de Schotse hervormer.

We kennen Knox als de vurige prediker die furieus kon uitvaren tegen de ijdele waan der trotse zielen. Hij vreesde het aangezicht van geen mens. Maar in deze bundel laat hij zich dieper in zijn hart kijken. Hij wist met de moeden een woord ter rechter tijd te spreken. Innemend schrijft hij over kruisen en klachten en begeert daarbij begrepen te worden „door allen die onder het vaandel van Christus door de duivel worden aangevallen, en die de zware last van de zonde gevoelen die hen drukt.”

Psalm 6 is een lied uit de diepte. Maar juist in de diepte ligt troost voor Gods kinderen. „Want hierin verschillen Gods kinderen nu net van de verworpenen: Gods kinderen weten dat voorspoed en tegenspoed gegeven worden door God alléén, zoals Job getuigt. Daarom zijn ze in voorspoed gewoonlijk niet hooghartig en ook niet trots; maar zelfs in een tijd van vreugde en rust verwachten ze moeite en verdriet. Evenmin blijven ze in een tijd van tegenspoed geheel van troost verstoken, maar door een of ander middel laat God hun zien dat er aan het verdriet een einde zal komen.”

Aan de andere kant, schrijft Knox, een verworpene beschouwt alles als toeval: In hun voorspoed zijn ze zo opgeblazen dat ze God vergeten, en in hun tegenspoed zijn ze zo ontmoedigd dat ze niets anders verwachten dan de hel.

De troostwoorden die Knox uit het Woord opdelft zijn velerlei: Het is onmogelijk dat God Zijn uitverkorene begeeft. Het is onmogelijk dat Hij de ootmoedige smeekbeden zal verachten van hen die Zijn hulp inroepen. „Wanhoop niet, ook al wordt alle herinnering aan Gods goedheid of alle waardigheid uit uw geest weggenomen. U hebt David, Job, Daniël en al Gods andere heiligen als uws gelijken.”

Het kruis hóórt gewoon bij Gods kinderen, zegt Knox. Waarom moet het zo moeilijk? Waarom kan het niet anders? Er zijn oorzaken voor. „Nu we ontdekt hebben dat dit kruis bij Gods kinderen hoort, zal het nuttig zijn om naar de oorzaken ervan te zoeken.” God doet, volgens Knox, alles tot profijt van Zijn uitverkorenen. Maar hij legt hun ook uit liefde een kruis op, „en dat met zo’n wijsheid dat het niet anders zou kunnen. Als we dit begrijpen hebben we daar veel voordeel van, voor een deel om wrevelige klachten van het vlees te laten ophouden.”

Iemand die weet waarom hij rechtvaardig beproefd en gekweld wordt, ontvangt „gewisse troost en enige ondersteuning door Gods barmhartigheid, doordat hij weet waar de moeite vandaan komt.”

Onophoudelijk wijst Knox in zijn brieven op de Zaligmaker, Die ieder uur van Zijn leven op aarde in lijden en in pijn is geweest: „Ons Hoofd is door talloze moeiten en smarten heen Zijn Koninkrijk binnengegaan.” „Want als de enige Zoon zo werd behandeld, en als het de leden net zo moet vergaan als het Hoofd, waarom zouden we dan onder deze beproevingen de hoop opgeven? Hij heeft niet alleen armoede, honger, godslastering en de dood ondergaan, maar Hij heeft ook de drinkbeker van Gods toorn tegen de zonde gesmaakt, opdat Hij een volkomen voldoening zou aanbrengen voor Zijn uitverkoren volk, en zou leren medelijden te hebben met hen die verzocht worden. Wanhoop daarom niet, want uw noden zijn er de onfeilbare tekenen van dat u in Christus’ bloed verkoren bent, en in Zijn lichaam ingeplant.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer