Tot twintig jaar cel geëist in Dover-zaak
Het openbaar ministerie (OM) in Den Haag heeft donderdag voor het gerechtshof celstraffen van zeven tot twintig jaar geëist tegen zeven verdachten in de zogenoemde Dover-zaak.
Ze staan in hoger beroep terecht omdat ze twee jaar geleden een mensensmokkeltransport hebben georganiseerd, waarbij onderweg van Nederland naar Groot-Brittannië 58 van de zestig illegale Chinezen het leven lieten.
Twintig jaar cel was de eis tegen de twee hoofdverdachten H. D. en G. O. Justitie beschuldigt hen onder meer van doodslag, het deelnemen aan een criminele organisatie en mensensmokkel. Zij hadden volgens advocaat-generaal Kaptein de absolute leiding van de smokkelbende. De vijf medeverdachten hoorden straffen tussen de zeven en vijftien jaar tegen zich eisen.
Het OM ging vorig jaar mei in hoger beroep tegen zeven vonnissen die de rechtbank in Rotterdam had gewezen. Toen kregen D. en O. negen jaar gevangenisstraf opgelegd. De rechters vonden toen dat justitie er niet in was geslaagd ’doodslag’ te bewijzen en veroordeelden de twee voor ’dood door schuld’. Daaraan werden veel lagere straffen verbonden, als de toen ook al geëiste twintig jaar cel.
Aanklaagster Kaptein benadrukte daarom ook bij het hof dat de verdachten door de Chinezen in een bijna geheel afgesloten container vast te zetten, bewust het risico hebben genomen dat de illegalen konden stikken. „Die kans hebben ze bewust aanvaard. Ze wisten van het gevaar, omdat een eerder transport met illegalen ook al was mislukt door een gebrek aan zuurstof voor de mensen.” Bij dat transport vielen overigens geen slachtoffers.
Door een gat in de container te maken, hebben de verdachten laten merken dat ze zich bewust van dat risico waren, concludeert Kaptein. „Het verwijt moet hierdoor groter zijn dan ’dood door schuld”’, vindt ze. „Het niet ontdekken van de vluchtelingen, het zakelijk belang, was veel groter voor de verdachten dan het belang van de levens van de illegalen. Daarom mag de dood van de 58 mensen niet als een ongeluk worden afgedaan. Ik vind die visie van de rechtbank in Rotterdam naïef.”
De aanklaagster vindt de harde straffen nodig omdat het gaat om maar liefst 58 dode mensen. De verdachten moeten ook hard worden aangepakt, omdat ze anders niet zijn af te schrikken en na hun vrijlating gewoon weer doorgaan met hun criminele activiteiten.
Ook benadrukte Kaptein dat politie en justitie absoluut van tevoren niet hebben geweten van het transport. „Anders hadden we het nooit door laten gaan”, verzekert de advocaat-generaal. Het gerechtshof had donderdagochtend zelfs de baas van het OM in Nederland, J. de Wijkerslooth, gehoord om uit te vinden of hij iets wist van de door advocaten genoemde mogelijkheid dat het dodelijke transport zich onder de ogen van de politie had afgespeeld. De Wijkerslooth ontkende iets van een vermeende doorlating van het transport vernomen te hebben, ook niet achteraf. „Ik heb geen enkele indicatie dat ik mijn mensen die dit hebben nagetrokken, niet kan vertrouwen.”
De advocaten houden volgende week hun pleidooien.