„Mensen bij het COA zijn geen monsters of inhumane mensen", zei ze dinsdag in een debat met de Tweede Kamer over de verhuizing van bewoners van het asielzoekerscentrum (azc) Martinihof in Groningen.

Enkele kamerleden zeiden daarop dat ze dat nooit hadden gezegd. Ook kamervoorzitter Weisglas benadrukte dat niemand deze kwalificaties had gebruikt. Verdonk zei vervolgens dat ze uit bepaalde woorden de indruk had gekregen dat het respect voor COA-medewerkers niet zo hoog is als zij verdienen.

De bewindsvrouw had daarvoor al nadrukkelijk gesteld dat zowel de vreemdelingen als de medewerkers in azc’s respectvol behandeld moeten worden. Ook de opmerking van Tweede-Kamerlid Van Gent van GroenLinks dat het COA staat voor Centrale Ontmanteling Asielzoekerscentra wierp Verdonk verre van zich.

Kamerlid Van Fessem (CDA) zei geschrokken te zijn van de toon waarop het COA wordt benaderd. „Ik weet hoe betrokken mensen zijn bij het werk”, zei hij. Het COA zit middenin een zogeheten krimpoperatie wegens de sterke daling van het aantal asielzoekers. Het aantal plaatsen neemt daardoor volgens Verdonk met bijna de helft af. Het azc in Groningen gaat op 30 juni dicht. De bewoners worden in andere centra ondergebracht.

De fracties van de PvdA, GroenLinks, D66, de SP en de ChristenUnie vinden dat de ontruiming en verhuizing zorgvuldiger moet. Volgens Kamerlid De Vries van de PvdA, die daartoe een motie indiende, krijgen bewoners soms pas een of twee dagen van te voren te horen waar ze heen moeten. Ook weten ze niet altijd of hun medische behandeling wordt voortgezet. Bovendien houdt het COA volgens De Vries niet altijd rekening met de schoolvakanties van de kinderen.

Van Gent (GroenLinks) sprak over een „inhumane” manier van doen, waarbij „schaamteloos” met mensen heen en weer wordt geschoven. Verdonk beweerde echter dat 95 procent van de azc-bewoners in Groningen tevreden is met de hele procedure. Kamerleden twijfelden daaraan en vroegen waarop ze zich baseerde. Op gesprekken met COA-medewerkers, zei de minister. De Vries vond dat een beetje eenzijdig. „Misschien lijden we aan hetzelfde manco”, antwoordde Verdonk, die later erkende dat ze geen hard bewijs heeft voor haar bewering.

De minister wees erop dat mensen al maanden van te voren weten dat ze moeten verhuizen. Twee dagen voor vertrek krijgen ze te horen waar ze heen gaan. Dat is „wat kort”, maar gangbaar, aldus de minister. Als er ruimte is om eerder te laten weten waar mensen terecht komen, zal ze dat doen. Ook op hun nieuwe locatie krijgen de bewoners medische zorg en het COA houdt wel degelijk rekening met de schoolvakanties, aldus Verdonk.