Bouwtekening SoW-kerk vordert gestaag
De triosynode heeft donderdag twee ordinanties van de kerkorde van de toekomstige verenigde kerk in tweede lezing vastgesteld. De praktische regels over ”de gemeenten” kregen de steun van 127 synodeleden. Voor de uitvoeringsbepalingen over ”het ambt en de andere diensten” stemden 132 afgevaardigden. In beide gevallen waren twintig synodeleden tegen.
In totaal moeten er voor de nieuwe kerkorde veertien ordinanties worden vastgesteld. De ordinanties zijn de praktische regels voor de dagelijkse gang van zaken in de kerk en de gemeenten. Ze zijn een uitwerking van de grondregels van de kerk, de kerkorde in engere zin. In 1997 zijn ze in eerste lezing vastgesteld. Daarna zijn de mindere kerkelijke vergaderingen erover geraadpleegd. Honderden pagina’s aan reacties zijn verwerkt en hebben tot een aantal aanpassingen van de tekst geleid.
In november maakte de synode een begin met de definitieve vaststelling. Toen is alleen de eerste ordinantie over het belijden vastgesteld. Over het zegenen van homorelaties waren de meningen zo verdeeld dat de ordinantie over de eredienst toen niet kon worden vastgesteld. Daarover spreekt de synode vrijdag opnieuw.
Het vaststellen van de ordinanties in tweede lezing verloopt traag. Voor donderdag en vrijdag staan er negen ordinanties en de afronding van de ordinantie over de eredienst op de agenda. Donderdag kwam de synode tussen drie uur ’s middags en halfelf niet verder dan twee van deze tien.
Van de ruim 25 wijzigingsvoorstellen nam het moderamen er één over. De rest werd afgestemd. De besprekingen waren vooral een herhaling van eerder gevoerde discussies. Ds. B. Wallet, voorzitter van de werkgroep kerkorde, noemde het aantal amendementen „wel erg veel.” De bespreking in tweede lezing zou volgens hem alleen moeten gaan over de wijzigingen die de werkgroep heeft doorgevoerd naar aanleiding van het commentaar van de classicale vergaderingen. „Mensen die hun verzoeken niet gehonoreerd zien, proberen het nu nog weer via een amendement.”
De hervormde ouderling-kerkvoogd W. van Groningen poogde gemeenten de mogelijkheid te bieden dat zij -via een redonderdag van gemeenten- hun exclusieve verbondenheid met de belijdenisgeschriften van de gereformeerde traditie tot uitdrukking kunnen brengen. „We zijn niet zo één als de huidige kerkorde suggereert.”
Maar wat bij de bespreking van ordinantie 1 in november niet lukte, slaagde ook donderdag bij de behandeling van ordinantie 2 niet. Met 33 stemmen voor en 111 tegen verwierp de synode zijn amendement.
Ds. W. van den Brink (hervormd, classis Nijmegen) vindt dat kerkenraden en classicale vergaderingen nogmaals de gelegenheid moeten krijgen zich uit te spreken over artikelen die geheel nieuw of grotendeels vernieuwd zijn. „Er kunnen grote wijzigingen worden aangebracht terwijl het grondvlak niet in staat is die ingrijpende veranderingen te bespreken.”
Maar volgens prof. dr. L. J. Koffeman is het einde dan zoek. De synode heeft volgens hem de plicht te luisteren naar mindere vergaderingen, maar de verantwoordelijkheid voor het vaststellen van de kerkorde ligt bij de synode. De motie van ds. Van den Brink kreeg met 28 voorstemmers geen meerderheid.
Wel deelde prof. Koffeman namens de werkgroep kerkorde mee dat de ordinanties die in november aan de orde komen (4, 11 en 13) wel opnieuw teruggaan naar de mindere vergaderingen. Deze gaan over de ambtelijke vergaderingen, de financiële zaken en de opleiding en vorming tot predikant. Daarin zijn namelijk wijzigingen aangebracht die niet afkomstig zijn uit de consideraties, maar te maken hebben met nieuwe ontwikkelingen. Hij noemde de herstructurering van de organisatie en de kwestie van de theologische opleidingen.
De hervormde ouderling M. Bons-Storm pleitte ervoor dat niet alleen predikanten, maar ook ouderlingen en diakenen bij het begin van hun eerste ambtstermijn begeleiding van een mentor ontvangen. Kerkordedeskundige ds. P. van den Heuvel ontraadde „dit sympathieke voorstel.” „Als we een verplichting voorschrijven, moet de kerk die ook kunnen waarmaken.”
Ds. J. L. Schreuders (classis Bommel) vindt dat alleen belijdende leden mogen stemmen. De mogelijkheid dat doopleden ook stemrecht kunnen krijgen als een gemeente dat wil, wijst hij af. Hij kreeg van 35 synodeleden steun. Zijn voorstel haalde het dus niet.
Ook ds. Schreuders voorstel dat ambtsdragers tweemaal herkiesbaar zijn zoals nu in de Hervormde Kerk ook het geval is, kreeg onvoldoende steun. In de verenigde kerk zijn ouderlingen en diakenen eenmaal terstond herkiesbaar.
Het lukte de gereformeerde ouderling D. van der Boon niet om het ondertekeningsformulier waarin ambtsdragers blijk geven van hun instemming met het belijden van de kerk ingevoerd te krijgen. In de Gereformeerde Kerken is dit nu wel gebruikelijk, al staat de gewoonte ter discussie.