Opinie

Gedachtegoed

Er verschijnen vele boeken per jaar. Er zijn er ook een paar de moeite waard. Eén procent hooguit. En dat is al 1000 keer meer dan de gemiddelde lezer kan behappen. Laat staan verteren. Om niet te spreken over herkauwen.

Ir. P. M. Murre
20 June 2005 10:27Gewijzigd op 14 November 2020 02:40

In refoland is het niet beter. Van vele boeken te maken is geen einde zei de Prediker. Onze gezindte is druk bezig om te bewijzen dat dat absoluut waar is. We doen ijverig mee met een overdaad aan periodiekjes, nieuwsbrieven, vlugschriften, studies, meditatiebundels, biografieën van heiligen, jeugdliteratuur, spannende romans. De laatste liefst lang Amerikaans.

Elk zichzelf respecterend periodiekje heeft zo zijn meditatie, zijn vaste rubriekjes, zijn ome Ben of tante Miep voor de kleinen en als het meezit nog wat foto’s van vorstendommelijke aangelegenheden voor de wat groteren.

Wat voegt dit alles eigenlijk toe? Heeft er überhaupt iemand wat aan? Worden we erdoor verrijkt?

Vaak voegt het niks toe. De zoveelste studie over het aanbod van genade, de volgende toelichting op de Dordtse Leerregels en nog weer een verklaring van het doopsformulier hebben meestal nauwelijks meer te bieden dan wat er in het verleden verschenen is.

Bovendien is de vraag of dit drukwerk kwalitatief vergelijkbaar is met wat de groten uit de kerkgeschiedenis ons nagelaten hebben. We staan dan wel op de schouders van reuzen, maar deze uitspraak van Bernard de Chartres uit de twaalfde eeuw geeft op zichzelf al aan dat wij kennelijk slechts dwergjes zijn. En dat is logischerwijs nogal eens te merken; je moet tenslotte ook jezelf zijn.

Er verschijnen niet alleen veel te veel boeken, er ploffen ook zo veel periodiekjes op de mat dat geen zinnig mens ze van a tot z zal lezen. De een voegt niks toe aan de ander. Een aantal nieuwsbrieven zijn bovendien voorzien van een acceptgiro als adresdrager en hebben blijkbaar niet zozeer objectieve informatieverstrekking als wel fondswerving als doel.

In het bijzonder de meditaties in allerlei bladen worden slecht gelezen. Jammer van de tijd die de drukbezette predikanten erin steken. Het zou ook stukken beter zijn om ze inderdaad ongelezen en ongedrukt te laten en over te gaan tot een ”lectio continua”, de doorgaande lezing van allereerst de Schrift en vervolgens van gezonde lectuur die de tand des tijds heeft doorstaan, geschift is door de zeef der geschiedenis.

Wat hebben we aan protestantse heiligenlevens, om maar eens wat te noemen? Dat monniken in kloosters zich tijdens de maaltijd zwijgend onledig hielden met de lectuur van sinten of sintinnen wordt van oudsher afgekeurd. Desondanks gaan subjectief gekleurde boekwerkjes over voorgangers grif over de toonbank. Dit soort lectuur zet emoties in de etalage en voorziet kennelijk in een behoefte om zittend op de sofa te smullen van belegen belevenissen. Dat is niet veel anders dan een soort geestelijk voyeurisme dat goed aansluit bij de vluchtige belevingseconomie van onze dagen.

Welke verrijking bieden ons de vele vertaalde romans van over het grote water? Onder het motto ”geen brug te ver en geen zee te hoog” halen uitgevers allerlei fraais vanuit Amerika. Een enkel fragiel knoopje houdt een rawerk aan verhaallijnen bij elkaar. Het scheepje schuurt nogal eens over de bodem van ondiepe arminiaanse wateren. Subtiele sensualiteit paart zich gewillig aan verheven volzinnen. Een grillige koers leidt uiteindelijk steevast naar een veilige haven. Deze refo-Konsaliks verrijken niet, verdiepen niet en verbreden niet.

De wereld wordt er rijker van als we de productie van leesvoer drastisch beperken. Er is al zo veel goeds voorhanden. Schrijvers die echt wat te vertellen hebben, hebben eerst geluisterd. Als dat niet het geval is, is hun verhaal het papier niet waard.

De auteur is manager van de lerarenopleidingen voortgezet onderwijs aan Driestar educatief te Gouda.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer