Ondanks offensieven bloedige aanslagen in Irak
Amerikaanse en Iraakse militairen zijn in de westelijke provincie al-Anbar in de aanval gegaan. Meer dan vijftig opstandelingen zijn daarbij gedood. In andere delen van het land vielen dit weekeinde door diverse aanslagen opnieuw tientallen doden. Alleen al in de hoofdstad Bagdad eiste een zelfmoordaanslag 23 levens.
Amerikaanse eenheden gesteund door Iraakse militairen proberen bij de steden Qaim en Karabila vlakbij de grens met Syrië de soennitische opstandelingen uit te schakelen. Door de vrijdag ingezette Operatie Speer zijn tot nu toe 53 rebellen gedood onder wie Saoediërs en Sudanezen en raakten tien burgers gewond, aldus kapitein Jeff Pool van het korps mariniers.
Een arts van het belangrijkste ziekenhuis van Qaim en omgeving zei dat er bij hem tien doden waren binnengebracht en zeventien gewonden. De meeste gewonden waren vrouwen en kinderen, zei de arts. De soennitische Beweging van Moslim Geestelijken beschuldigde de Amerikanen ervan vrouwen en kinderen te doden en vooral huizen en scholen te vernietigen.
Bij de operatie krijgen de grondtroepen steun van Amerikaanse en Britse gevechtsvliegtuigen. Ook worden helikopters en tanks ingezet. Karabila is bijna geheel verlaten. In de stad woonden ooit 60.000 mensen. De Amerikanen troffen onder meer een ’fabriek’ aan waar autobommen werden geproduceerd en een huis waar ontvoerde Irakezen werden vastgehouden.
Volgens een Amerikaanse kolonel zaten de vier Iraakse gijzelaars aan een muur vastgeketend en waren zij mishandeld. Hij sprak van een „martel- en slachthuisfaciliteit”. Twee van de vier aangetroffen gijzelaars waren leden van de Iraakse strijdkrachten. Bij de gevechten hier raakten ook drie Amerikaanse mariniers gewond.
Met Operatie Speer willen de Amerikanen de rebellen uit de regio verdrijven en hun aanvoerlijnen afgesnijden. Via Qaim en omgeving zouden wapens en buitenlandse strijders het land binnenkomen. Die buitenlanders zijn ondanks hun geringe aantal volgens het Amerikaanse leger verantwoordelijk voor enkele van de bloedigste aanslagen.
Duizend Amerikaanse en Iraakse militaren zetten zaterdag een tweede offensief in ten noorden van Ramadi bij het Thartharmeer. Operatie Dolk richt zich op wapenopslag- en schuilplaatsen. Ook hier maken de Amerikanen gebruik van hun luchtmacht. Eind maart waren in een kampement bij het Thartharmeer nog 85 rebellen gedood.
In Bagdad liep zondag een man met een bomgordel het kebabrestaurant Ibn Zanbour binnen en blies zichzelf op. Het resultaat was 23 doden en 36 gewonden. De eetgelegenheid was vooral populair bij Iraakse militairen en agenten. Onder hen vielen dan ook de meeste slachtoffers. Het pand werd volledig vernietigd. Abu Musab al-Zarqawi’s al-Qaeda eiste de aanslag op.
Het was de bloedigste actie in de hoofdstad sinds een maand. Toen begon het Iraakse leger een veiligheidsoffensief in de stad waarbij 40.000 man zijn ingezet. Met aanslagen op leger en politie hopen de opstandelingen de regering te ondermijnen. Sinds het aantreden eind april van de sjiitische premier al-Jaafari zijn al duizend Irakezen omgekomen.
Generaal William Webster, de Amerikaanse commandant van Bagdad, zei dat door het Iraakse offensief het aantal autobomaanslagen in de hoofdstad met de helft is verminderd. Maar een eind van de aanslagenreeks is volgens hem nog niet in zicht. Later op zondag ontplofte nog een autobom in een noordelijke wijk waarbij vijf doden vielen en 22 gewonden.
Bij andere aanslagen in het weekeinde kwamen twingtig Irakezen om. Meer dan zestig mensen raakten gewond. Opnieuw waren weer agenten en soldaten het belangrijkste doelwit. In Mosul werd tenslotte Abu Younis opgepakt. Deze rechterhand van Abu Musab al-Zarqawi is volgens de Iraakse autoriteiten verantwoordelijk voor meer dan zestig aanslagen.