Te veel tsunami-hulp aan vissers
De hulp na de tsunami die Azië op 26 december trof, richt zich in Sri Lanka te veel op de visserij. Dat kan leiden tot verstoring van de lokale markt en overbevissing.
Ook dreigt de markt te worden overspoeld met destructief vissersgereedschap en niet-duurzame visserijmethoden.
Dat noemen de Samenwerkende Hulporganisaties (SHO) in hun vrijdag gepubliceerde tussenrapportage als een van de schaduwzijden van de gigantische internationale hulpoperatie die na de tsunami op gang is gekomen. De tussenrapportage geeft inzicht in de besteding van de ruim 200 miljoen euro die het Nederlandse publiek voor hulp aan de getroffenen bijeengebracht heeft.
Het grote aantal betrokken hulporganisaties leidt tot de bekende coördinatieproblemen, signaleren de SHO. Ook voelen in Sri Lanka lokale partners zich door de grote internationale hulporganisaties naar de rand gedrukt.
In Sri Lanka en Atjeh, waar het leeuwendeel van de Nederlandse hulp naartoe gaat, levert het werken in conflictgebieden grote problemen op.
In Zuid-India is het kastensysteem een complicerende factor. Kastelozen zijn moeilijk te bereiken. Er zijn volgens SHO betrekkelijk weinig organisaties die toegang hebben tot zulke gemarginaliseerde groepen.