Binnenland

De illusie voorbij

Het drama met TBS’er Wilhelm S. leert dat behandelaars ervoor moeten waken zich een rad voor ogen te laten draaien. Prof. dr. B. C. M. Raes (1944), bijzonder hoogleraar forensische psychiatrie en sinds tientallen jaren bekend met de TBS-wereld: „Er schuilt een gevaar in als behandelaars te veel begrip opbrengen voor de omstandigheden van de patiënt en daardoor minder kritisch observeren.”

J. Visscher
17 June 2005 22:48Gewijzigd op 14 November 2020 02:40

Hoog liepen de gemoederen deze week op toen bleek dat de ontsnapte TBS-patiënt Wilhelm S. vermoedelijk een 73-jarige Amsterdammer van het leven heeft beroofd. Na onder meer het drama met het Chinese meisje uit Eibergen moest minister Donner van Justitie andermaal een getergde Tweede Kamer tekst en uitleg geven. Hij kondigde een hervorming van het TBS-systeem aan.

„Dit soort incidenten roept begrijpelijkerwijs emoties op, ook in de Tweede Kamer”, aldus prof. Raes, bijzonder hoogleraar forensische psychiatrie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam en aan de Rijksuniversiteit Groningen. „Veiligheid staat de laatste jaren hoog op de agenda. Het is niet de eerste keer dat een TBS-gestelde in de fout gaat. Vorig jaar betrof het de zaak van het ontvoerde en verkrachte Chinese meisje uit Eibergen. Maar veel eerder, eind jaren tachtig, deden zich ernstige incidenten voor. Zo verkrachtte en vermoordde een TBS’er toen een vrouw. Mede in reactie daarop zijn vooral beveiligingsmaatregelen genomen in de sfeer van dubbele hekken en camera’s.”

De vraag rijst of behandelaars in TBS-klinieken te goedgelovig zijn.
Raes, van 1992 tot 1999 geneesheer-directeur van het toenmalige Meijers Instituut, de advieskliniek voor TBS’ers: „Dat gevaar bestaat zeker. Een sociotherapeut die dag, in dag uit optrekt met een TBS-gestelde kan te veel begrip voor de patiënt op gaan brengen. Behandelaars zullen alert moeten blijven op signalen die duiden op gedragsontregeling. In TBS-klinieken werkt men tegenwoordig vaak met uit Amerika overgewaaide risicotaxatiemodellen. Dan maken behandelaars een inschatting van de kans op herhaling op basis van bijvoorbeeld iemands criminele en psychiatrische voorgeschiedenis. Zo’n systeem biedt voordelen, maar 100 procent garantie is er zeker niet.

Mensen kunnen manipuleergedrag vertonen. Daar zijn extreme voorbeelden van. Denk aan het zeldzame syndroom van Von Münchhausen by proxy. In dat geval doet bijvoorbeeld een moeder haar kind wat aan om zo dat kind te kunnen verzorgen en een beter zelfbeeld te krijgen. Ik heb zelf als psychiater in het Radboudziekenhuis in Nijmegen meegemaakt dat er een kind met zogenaamd bloed in de urine werd behandeld. Na onderzoek bleek dat de moeder een runderlapje uitkneep en het rode sap door de urine van dat kind deed.”

De Nijmeegse wetenschapper drs. M. Philipse stelt dat TBS’ers die in de kliniek vaak spijt betuigen later juist meer dan gemiddeld in de fout gaan.
„De vraag is inderdaad hoe waarachtig iemands spijtbetuiging is. Het kan zijn dat iemand vooral spijt heeft vanwege de gevolgen van de daad voor zichzelf. Ik kan me vinden in de stelling van de Amerikaanse criminoloog Sherman, die zegt dat mensen die vinden dat ze terecht zijn veroordeeld de meeste kans op een adequate behandeling hebben.”

Donner wil het TBS-systeem hervormen. Wat zou uw belangrijkste advies aan de minister zijn?
„Bevorder de deskundigheid van het personeel in TBS-klinieken. Er is de laatste tien jaar een enorme verdunning in die deskundigheid opgetreden. Het aantal TBS-gestelden is in tien jaar tijd meer dan verdubbeld. Daardoor moest er snel veel personeel worden aangenomen. In nieuwe klinieken in met name de Randstad werken teams vaak met stagiairs die bijvoorbeeld niet of nauwelijks kennis hebben over psychopathologie. Ik heb dat zelf gemerkt bij de oprichting van een forensisch-psychiatrische kliniek in Amsterdam. Veel personeel is jong en onervaren, terwijl het geen kleinigheid is om met TBS-gestelden om te moeten gaan.”

De gps-enkelband voor TBS’ers op verlof wordt ingevoerd. Wat vindt u daarvan?
„Ook dit zal geen waterdicht systeem zijn. Net zoals TBS’ers zich aan hun beveiligers kunnen onttrekken, kunnen ze op een of andere manier onder elektronisch toezicht uitkomen.”

U hebt veel te maken gehad met TBS’ers. Wat is uw beeld van die specifieke groep gedetineerden?
„De samenstelling van de groep TBS’ers is bijzonder gevarieerd. Er is een belangrijke groep die voor het eerst een delict heeft gepleegd, de first offenders. Daarnaast zijn er mensen die al vanaf hun jeugd voor allerlei problemen zorgen. Die kunnen in een TBS-kliniek terechtkomen nadat ze na een langdurig verblijf in een algemeen psychiatrisch ziekenhuis bijvoorbeeld een verpleegkundige hebben neergestoken.

Momenteel heeft de populatie in TBS-klinieken ernstiger problemen dan pakweg twintig jaar geleden. Toen zat een belangrijk deel van de patiënten vast voor vermogensdelicten. Nu zijn er veel meer mensen met ernstig agressieve en seksuele delicten, vaak in combinatie met alcohol- en drugsgebruik. Ook is het aantal patiënten met een psychotische stoornis gestegen van 10 tot ongeveer 30 procent. De gemiddelde behandeltijd is dan ook van vijf naar zeven jaar toegenomen.”

Heeft de forensische psychiatrie in dit land een te positief mensbeeld?
„Zeker in de jaren zestig en zeventig, ook wel de glorietijd van de forensische psychiatrie genoemd, koesterde men de illusie dat je mensen met een persoonlijkheidsstoornis kon genezen. Als je nu geschriften leest van iemand als forensisch psychiater en jurist prof. dr. Pieter Baan, oprichter van de naar hem genoemde psychiatrische observatiekliniek voor het gevangeniswezen, dan wrijf je je ogen uit. Dan staat er, even in mijn eigen woorden: „In de ontmoeting tussen de psychiater, de jurist en de delinquent kunnen we ervoor zorgen dat iemand weer een fatsoenlijk burger wordt.” Die illusie zijn we echt voorbij. We zijn in gaan zien dat persoonlijkheidsstoornissen en psychoses veelal chronische aandoeningen zijn. We gaan uit van het handicapmodel. Iemand houdt een stoornis, maar we proberen zijn leven er zo goed mogelijk uit te laten zien. Door middel van bijvoorbeeld sociale vaardigheidstrainingen en door cognitieve psychotherapie, waarbij men probeert verwrongen opvattingen over bijvoorbeeld seksualiteit te corrigeren.”

Sommige patiënten zijn kennelijk niet meer te behandelen. Voor hen rest een verblijf op een long-stay-afdeling?
„Ik heb in een adviescommissie ”Voortdurend delictgevaarlijken” gezeten en toen was inderdaad de conclusie dat sommige TBS-gestelden een dusdanig ernstig gevaar voor de samenleving opleveren, dat je ze blijvend vast moet houden. TBS-klinieken moeten dan maar niet de pretentie hebben dat ze deze mensen kunnen genezen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer