Stunteligheid Balkenende niet ’t belangrijkst
Door alle hectiek rond het referendum kreeg de mijlpaal weinig aandacht. Maar op 27 mei was het toch echt op de kop af twee jaar geleden dat het kabinet-Balkenende II aantrad. Een goede reden om terug te blikken op de prestaties van ”JP” en zijn ministersploeg. Wat heeft hij, halverwege de rit gekomen, bereikt? En is het aannemelijk en wenselijk dat hij doorgaat?
Bereikt heeft hij in twee jaar tijd veel. Minister Donner van Justitie heeft zich buitengewoon ingezet voor de verbetering van de veiligheid en voor terrorismebestrijding. De instroom van asielzoekers is aanzienlijk afgenomen, zij het dat dit deels een autonoom proces is. De achterliggende week passeerde het nieuwe zorgstelsel de Eerste Kamer. En als het een beetje meezit, krijgt ons land straks een nieuwe arbeidsongeschiktheidsregeling. Dossiers waar andere kabinetten jarenlang over moesten bakkeleien, of die zij eindeloos voor zich uitschoven, zijn door Balkenende en zijn collega’s tot een voorlopig einde gebracht.
Toch is het de vraag of de kiezer hem hiervoor over twee jaar gaat belonen. In de waardering van mensen voor een politicus of kabinet speelt meer mee dan feitelijke prestaties alleen. Dan gaat het ook om het vertrouwen dat men in iemand heeft, om het gezag dat iemand uitstraalt en om de mate waarin hij zijn beleid aan de burger weet te verkopen.
Als het daarover gaat, loopt het niet lekker met de huidige minister-president. Blijkens een enquête van TNS NIPO had onlangs slechts 19 procent van de burgers vertrouwen in het kabinet. De veel bekritiseerde paarse kabinetten scoorden doorgaans rond de 40 tot 45 procent.
Dat gebrek aan steun onder het volk komt voor een deel door het weliswaar goede, maar juist daardoor impopulaire beleid. Saneren van onder meer de verzorgingsstaat doet onvermijdelijk pijn.
Maar het heeft ook te maken met de zwakke communicatie van het kabinet als geheel en van de premier in het bijzonder. Balkenende is geen man die indruk maakt. Hij praat in kromme zinnen, met een minimale variatie in woordkeus. Door zijn abstracte denken en spreken slaagt hij er niet in met zijn boodschap het hart van een ander te raken, werkelijk bij een medemens door te dringen. Hij is iemand die je, als je hem op de radio hoort, gemakkelijk laat praten of bij wie je achteloos de knop omzet.
Helaas valt er op dit punt nauwelijks groei vast te stellen. Steeds meer commentatoren, ook die hem aanvankelijk door dik en dun steunden, stellen dit vast. Met deze man moet Nederland het doen. Of niet doen, als de kiezer over twee jaar de PvdA zou laten winnen van het CDA.
Voor het christelijk volksdeel, dat zich hopelijk niet alleen door uiterlijke zaken laat leiden, zou dit jammer zijn. Daar, maar gelukkig niet alleen daar, leeft nog het besef dat de „inhoud” -om maar eens een geliefde Balkenende-uitdrukking te gebruiken- uiteindelijk belangrijker is dan de presentatie. En als het daarom gaat, heeft JP wel degelijk wat te bieden. Vriend en vijand zijn het erover eens dat hij misschien onhandig is, maar geen man die politieke spelletjes speelt, die zich anders voordoet dan hij is of met dubbele agenda’s werkt. En dat is in de politiek een tamelijk zeldzame eigenschap.
Minstens zo belangrijk is dat de uit de Zeeuwse klei getrokken Balkenende zich niet schaamt voor het christelijk geloof. Zo kwam hij vorige week zaterdag op de EO-Jongerendag nog duidelijk uit voor zijn eigen levensovertuiging. Deed hij dat maar vaker, zullen sommigen denken. Of: Waarom doet hij dat alleen in een omgeving waarin positief spreken over het christelijk geloof goed valt?
Maar dat is toch te gemakkelijk geredeneerd. De marges voor een premier om in de uitoefening van zijn ambt van zijn persoonlijk geloof blijk te geven, zijn smal. Al valt er altijd discussie te voeren over de vraag of iemand die zich christen noemt en het hoogste staatsambt bekleedt, de grenzen van zijn mogelijkheden voldoende opzoekt.
Maar laten we de zaak eens omkeren: Is wat Balkenende op de EO-Jongerendag zei in tegenspraak met wat hij als politicus zegt en doet? Nee, absoluut niet. De eerste man bij het CDA heeft een respectabele poging gedaan om het onderwerp waarden en normen op de politieke agenda te plaatsen. Onder zijn leiding stelde minister Donner aanstootgevende godslastering aan de orde en opende minister Van der Hoeven een debat over de ID-leer.
Dat zijn zaken die op zichzelf hun waarde hebben. Al doet de weerstand die dergelijke initiatieven in het huidige maatschappelijke en politieke klimaat ontmoeten, vrezen dat we hier te maken hebben met een achterhoedegevecht. Balkenende als de laatste uitgesproken christelijke premier van Nederland?