Dat stelde een brede delegatie van de Eerste en de Tweede Kamer vrijdag in een slotverklaring van een gezamenlijke bijeenkomst met collega’s van de Nederlandse Antillen en Aruba.

De Nederlandse vertegenwoordiging bestond uit leden van de regeringsfracties CDA en VVD en de oppositiepartijen PvdA, GroenLinks, LPF en ChristenUnie. Hoewel de delegatie volgens voorzitter W. van Beek (VVD) intern verdeeld was over de kwestie, kon ze zich wel vinden in de formulering van de slotverklaring.

Een meerderheid in de Tweede Kamer (CDA, VVD, D66, LPF en SGP) steunt de voorstellen van het kabinet om jongeren tot 24 jaar terug te sturen naar de eilanden als ze in Nederland niet binnen drie maanden werk of huisvesting hebben of als ze door de rechter zijn veroordeeld. De sociale vormingsplicht die de Antillen willen invoeren, moet kansarme jongeren (16-24 jaar) bijspijkeren met onder meer leer- en werkprogramma’s.

De Nederlandse Antillen en Aruba verwerpen de toelatings- en verwijderingsregeling en weigeren eraan mee te werken, omdat die volgens hen discriminerend is voor inwoners van hetzelfde koninkrijk. Tweede-Kamerlid Van Fessem van het CDA wees er in navolging van Van Beek op dat de regeling geen doel, maar een middel is om de overlast door Antilliaanse jongeren tegen te gaan en hun kansen te bieden. De wetsvoorstellen om de regeling mogelijk te maken, gaan volgens Van Fessem ondertussen wel gewoon door.

De Antilliaanse statenvoorzitter D. Lucia en zijn Arubaanse collega M. Werleman hebben in de afgelopen week twee keer met minister Pechtold (Koninkrijksrelaties) gesproken, maar de verhoudingen zijn er wat hen betreft niet beter op geworden. Lucia toonde zich geïrriteerd en zei te hopen dat Pechtold de volgende keer een „iets andere houding” zal aannemen. „Wat iemand zegt, is belangrijk. Hoe hij het zegt, is belangrijker”, zei Lucia.