GKV vervolgen weg naar eenheid met CGK
„Dankbaar voor de groeiende toenadering tot de Christelijke Gereformeerde Kerken” heeft de generale synode van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKV) vrijdag besloten „de weg naar kerkelijke eenheid te vervolgen.”
De synode, bijeen in Amersfoort, behandelde vrijdagmorgen het hoofdstuk ”Contacten met de Christelijke Gereformeerde Kerken” uit het rapport van deputaten kerkelijke eenheid.
„Sedert 1998, 1999 zijn we in een proces van niet-vrijblijvendheid met elkaar”, richtte de christelijke gereformeerde prof. dr. J. W. Maris zich aan het begin van de bespreking tot de synode. „Er werd overeenstemming bereikt over de toe-eigening van het heil, over de kerk.”
Toch is daarmee niet alles gezegd, constateerde de voorzitter van het deputaatschap eenheid van de gereformeerde belijders in Nederland. Hij wees in dit verband op onder meer de brief van veertig christelijke gereformeerde predikanten (begin 2003), waarin zij hun grote zorg uitten over het proces van toenadering tot de GKV. „Het is een realiteit dat zulke stemmen er zijn.”
Niettemin, hoewel de „stapjes naar verdere eenheid nog altijd beschamend klein” zijn, vertonen ze nog steeds richting, aldus prof. Maris. „Ik geef toe: het tempo is traag. Maar, zo ging het bij vader Jakob óók. Hij trok op zijn gemak verder, naar de tred van het vee, naar de tred van de kinderen. Maar er zat wel richting in.”
Meerdere afgevaardigden gaven aan dat gevoel bepaald niet te hebben. „Mag ik het zo stellen”, zei ds. J. M. A. Groeneveld (Bedum), „mijn gevoelen is: Worden we eigenlijk niet aan een lijntje gehouden? Wordt de verdeeldheid binnen de CGK niet op ons bordje gelegd? Deputaten stellen voor te besluiten dankbaar voor de groeiende toenadering de weg naar kerkelijke eenheid te vervolgen. Dat die toenadering gegroeid zou zijn, ontgaat mij een beetje.”
Hij wees daarbij op het besluit van de laatstgehouden CGK-synode om het zogeheten federatieve groeimodel vooralsnog niet in te voeren, alsook op dat ten aanzien van de doorwerking van de toe-eigening van het heil in de prediking binnen de GKV.
Ds. R. R. Roth (Breda) sloot zich bij hem aan. Hij vroeg zich echter af of het punt van de doorwerking van de toe-eigening van het heil de uiteindelijke „bottleneck” wel is. „Als dat zo is, dan zou men deze zaak toch ook moeten aankaarten in het eigen kerkverband? Maar dat doet men niet. Waarover gaat het dan?”
De predikant diende een amendement in waarin hij voorstelde te onderzoeken hoe het komt dat de „gebrekkige” doorwerking van de toe-eigening van het heil in de prediking de eenheid binnen de CGK zelf niet, maar de eenheid met de GKV wel belemmert. Zijn amendement werd echter niet gesteund.
„Ik tref bij veel sprekers een toon aan die bepaald wordt door moedeloosheid”, zei prof. dr. B. Kamphuis namens deputaten kerkelijke eenheid van de GKV. „Ik zou me daar graag tegen willen keren. Wij vinden niet dat de afgelopen drie jaren verloren jaren zijn geweest. Op veel terreinen zien wij wel degelijk een groeiende toenadering. Plaatselijk: negen jaar geleden was er nog bijna niets. En nu: vergaderingen met koploperkerken, met kanselruilkerken, barsten uit hun voegen. Ook in de besprekingen van deputaten zien we een groeiende toenadering.”
„In ons rapport aan de synode maken we, behalve van teleurstelling, ook gewag van dankbaarheid”, aldus prof. Kamphuis. „Er zijn écht dingen waar we dankbaar voor zijn. Ook op de CGK-synode was sprake van een drive om verder te komen. Er is een groeiend besef: We kunnen en willen niet zonder elkaar. En ik had het fijn gevonden als ook onze bespreking meer door dat besef gestempeld was.”
Deputaten zullen ook het gesprek over de prediking voortzetten, zei hij. „De noodzaak daartoe is er wel degelijk. Als deputaten hebben we nu het plan opgevat om onze meest recente preken in te brengen in het gesprek en ze naast elkaar te leggen. In hoeverre werkt de bereikte overeenstemming over de toe-eigening van het heil door in die preken? Waar liggen de gevoelige punten? En wellicht geeft dat aanleiding tot een gezamenlijke publicatie, waarover vervolgens misschien op een regionale vergadering doorgesproken kan worden.”
De synode besloot uiteindelijk unaniem de door deputaten voorgestelde besluiten, hier en daar licht gewijzigd, over te nemen. Dit betekent dat de GKV de weg naar kerkelijke eenheid met de CGK vervolgen. Deputaten kregen opdracht hier door middel van gesprekken, conferenties en publicaties (over onder andere het schriftgezag, de toe-eigening van het heil, de visie op de kerk, gemeenteperforatie en gasten aan het avondmaal) verder aan bij te dragen. Plaatselijke kerken zullen worden geïnformeerd over het federatieve groeimodel.
De verzoeken van verschillende lokale kerken en particulieren om de gesprekken met de CGK over publicaties binnen dit kerkverband die het schriftgezag raken (bijvoorbeeld het boek ”De geloofwaardigheid van de bijbel” van dr. B. Loonstra) voort te zetten, wees de synode af.
Eerder die morgen had zij ook een revisieverzoek van een aantal „broeders en zusters uit Hoogeveen” afgewezen. Deze zijn van mening dat -onder andere- het besluit van de synode van Zuidhorn (2002) om de weg naar kerkelijke eenheid met de CGK te vervolgen „uit het midden van de kerken moet worden weggenomen.” Als grond voor hun verzoek voerden zij onder meer aan dat de CGK schriftkritiek tolereren, „hetgeen onder meer blijkt uit het feit dat ze de opvattingen van dr. B. Loonstra niet afwijzen.”