Binnenland

Eisen tot negen jaar voor stoeptegelgooiers

Het openbaar ministerie (OM) heeft in de zogenoemde stoeptegelzaak woensdag voor de rechtbank in Den Haag celstraffen tot negen jaar geëist.

ANP
15 June 2005 16:01Gewijzigd op 14 November 2020 02:39

Officier van justitie T. Kamps acht alle vier de verdachten schuldig aan het medeplegen van moord op de 30–jarige Angelique Donk uit Uden, doordat twee van hen op 9 januari vanaf een viaduct boven de A4 een stuk stoeptegel gooide.

Kamps zei dat „het groepsproces escalatie onvermijdelijk heeft gemaakt". Ook acht ze de vier mannen uit Rijswijk schuldig aan poging tot moord op een vrachtwagenchauffeur wiens cabine eerder die avond werd getroffen door een zak puin die door de 22–jarige Jeroen van G. naar beneden was gegooid.

Jeroen hoorde de zwaarste strafeis, negen jaar, gezien zijn rol in de groep. Hij was een van de twee die een stuk stoeptegel gooide. Tegen de andere gooier, de 19–jarige Davy V., eiste het OM zeven jaar, tegen Stephan H. (19) eiste Kamps vier jaar en tegen Fredrik B. (18) 36 maanden, waarvan tien maanden voorwaardelijk.

De aanklaagster neemt het Stephan en Frederik zeer kwalijk dat ze geen afstand hebben genomen van het gedrag van Jeroen en Davy en niet ingrepen. Dat terwijl Stephan heeft verklaard dat hij zag dat Davy een stuk steen gooide.

Voor de rechter beschuldigden Davy en Jeroen elkaar ervan de eerste tegel te hebben gegooid. Ook stelden beiden dat het niet hun stuk tegel geweest kon zijn dat in de auto was terechtgekomen.

De vier mannen hadden een dag na het voorval afgesproken te zwijgen over hun handelen. Dat was de dag dat zij hadden vernomen dat de vrouw was overleden. De voorzitter van de rechtbank, Y. Wijnnobel, vertelde hen dat de vrouw in haar eigen bloed is gestikt.

Davy zei woensdag dat hij wel naar de politie had willen stappen, maar dat Jeroen hem dat min of meer uit zijn hoofd had gepraat. Bovendien had Jeroen de andere drie verdachten gedreigd dat hij ze iets zou aandoen als ze hun mond voorbij zouden praten.

Davy en Jeroen waren op de avond van 9 januari op stap met Fredrik en Stephan. Zij hadden eerst al vanaf een ander viaduct boven de A4 takken en een zak puin hadden gegooid. Daarna kwamen ze in de buurt van Rijswijk op een ander viaduct terecht. Daar stapten Davy en Jeroen uit de auto en wrikten een betonnen voet van een markeringsbord uit de grond.

Het was niet de bedoeling dat over het viaduct te gooien, maar wel sleepte Davy de voet over de weg. Toen er een auto aankwam, liet hij hem midden op de weg staan en renden de jongens terug naar de auto waar Stephan en Fredrik nog inzaten. Zij reden naar een nabijgelegen parkeerplaats.

Wat later gingen Davy en Jeroen gingen terug naar het viaduct om te kijken of die voet er nog stond. Die was echter weg. Davy had inmiddels een stoeptegel kapot gegooid. Hij verklaarde bij de politie dat Jeroen vervolgens zei: „Dan gooien we wel een stuk van die tegel". En daarbij maakte Jeroen Davy opnieuw uit voor mietje, aldus Davy, die zich onder druk voelde staan.

Toen Davy en Jeroen de stukken op de snelweg lieten vallen, reden Stephan en Fredrik in de auto naast hen op het viaduct. Fredrik verklaarde niks gezien te hebben, Stephan wel.

Davy zag vervolgens hoe de auto van de vrouw die onder het viaduct vandaan kwam, rustig naar rechts reed, „alsof het een lekke band had" en tegen de vangrail tot stilstand kwam. De jongens reden daarna twee keer langs de auto die op de snelweg stil stond. De eerste keer was er politie bij, de tweede keer ook ambulances en brandweer. „M’n hart begon te bonzen. Ik dacht toen dat er toch iets ernstigs was gebeurd", aldus Davy.

De rechtszaak gaat donderdag verder met de pleidooien van de advocaten.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer