Dat zei premier Balkenende woensdag aan de vooravond van de eerste bijeenkomst van de Europese leiders na het vernietigende ’nee’ van Frankrijk en Nederland tegen de Europese grondwet.

Op de agenda staan twee voor de toekomst van Europa cruciale onderwerpen. De eerste vraag is wat te doen met de averij die Europa heeft opgelopen door het ’nee’ van twee van de grondleggers van de Europese Unie. Ook moet de unie een besluit nemen over de meerjarenbegroting voor de periode 2007 tot 2013.

Tijdens een overleg met de Tweede Kamer kreeg Balkenende te horen dat hij zich vooral moet inspannen voor een stevige verlaging van de Nederlandse contributie aan ’Brussel’. Zowel kabinet als Kamer vinden het huidige bod van de Luxemburgse EU–voorzitter Juncker, een verlaging van tussen 350 en 500 miljoen euro, volstrekt onvoldoende.

Maar Juncker maakte woendag in het Europees Parlement in Brussel al duidelijk dat Nederland niet hoeft te rekenen op een nog grotere korting. Hij noemde de roep om lagere afdrachten „gezeur". Hij zei ernstig rekening te houden met mislukking van de top omdat verschillende lidstaten elkaar nog onvoldoende genaderd zijn over een besluit over de meerjarenbegroting.

Balkenende wilde na afloop van het debat niet speculeren over een mogelijke mislukking van de top. „Voor ons is bepalend dat er een goed resultaat komt". Als dat uitblijft zal Nederland niet meewerken aan een besluit, had hijeerder al te kennen gegeven in het debat.

Nederland mikt uiteindelijk op een contributie die vergelijkbaar is met die van andere welvarende lidstaten, zoals Denemarken, Zweden en Duitsland. Nu betaalt Nederland nog 180 euro per inwoner, terwijl dat bedrag voor Duitsland circa 90 euro is. Wat Balkenende zelf acceptabel vindt wilde hij niet kwijt.

Vrijwel alle fracties riepen Balkenende op niet te schromen van zijn vetorecht gebruik te maken. Tegelijkertijd toonde de Kamer er begrip voor dat er zonder hervormingen – van met name het landbouwbeleid – onvoldoende geld beschikbaar is om de Nederlandse wensen in te willigen. PvdA en VVD pleitten daarom voor een alliantie met het Verenigd Koninkrijk om zo’n herziening op de langere termijn mogelijk te maken.

Regering en parlement moeten volgens Balkenende nu eerst de vraag beantwoorden of „we alleen nog maar verder willen met het huidige verdrag van Nice of dat er toch nog meer mogelijk is". Of er in de Europese grondwet nog elementen zitten die behouden moeten blijven is iets wat volgens hem onderdeel moet uitmaken van een noodzakelijk denkpauze.