Geen enthousiasme bij verkiezingen Iran
De verkiezingen vrijdag in Iran gaan gewoon door, ondanks de bomaanslagen dit weekeinde. Dat heeft president Khatami dinsdag gezegd. Het vertrekkende staatshoofd veroordeelde het geweld scherp. Zondag kwamen door aanslagen zeker negen mensen om het leven.
Ongeveer 46 miljoen Iraniërs mogen op 17 juni een nieuwe president kiezen. Zij moeten een opvolger aanwijzen van de hervormingsgezinde president Mohammed Khatami. Van de 1014 mensen die zich kandidaat stelden voor de functie (onder wie 93 vrouwen), achtte de Raad van Hoeders er uiteindelijk 8 geschikt voor de post.
Belangrijke kanshebber is Ali Akbar Hashemi Rafsanjani (70), die van 1989 tot 1997 president was. Het hoofd van het Iraanse nucleaire bureau kwam dinsdag met steun voor Rafsanjani. De oud-president is volgens directeur Gholamreza Aghazadeh de enige die de kwestie rond Teherans omstreden kernwapenprogramma met het buitenland kan oplossen.
Rafsanjani heeft dinsdag gezegd dat hij een „nieuw hoofdstuk” wil openen in de relatie tussen Iran en de Verenigde Staten. In een vraaggesprek met de Amerikaanse zender CNN zei hij „voorstander te zijn van een politiek van ontspanning.”
Vergeleken met de laatste presidentsverkiezing in 2001 is het een saaie bedoeling in Iran. De kandidaten komen hun campagneverplichtingen na, maar het enthousiasme bij de kiezers ontbreekt. De opkomst is een hot item geworden.
Jongeren en vrouwen zijn teleurgesteld in de hervormingsgezinde president Khatami, op wie zij de vorige keer massaal hebben gestemd. Die apathie bleek al tijdens de parlementsverkiezingen vorig jaar. De opkomst lag toen net boven de 50 procent en de conservatieven wonnen met gemak.
De kans is vrij groot dat de opvolger van Khatami geen hervormer of radicale conservatief wordt. De gematigde en pragmatische conservatief Rafsanjani heeft de beste kaarten in handen. Hij ligt in de niet altijd betrouwbare peilingen aan kop, maar zal niet in één ronde worden gekozen.
Een deel van de hervormingsgezinden zal Rafsanjani steunen, in de hoop op meer daadkracht dan zijn voorganger. Bovendien profileert Rafsanjani zich als een progressief mens. Behalve over betere contacten met de VS spreekt hij over liberalisering van de economie en sociale vrijheden.
De voornaamste kandidaat van de hervormers is oud-minister Mostafa Moin. Hij hoopt op een herhaling van 1997. Toen gingen de conservatieven ervan uit dat hun kandidaat op zijn sloffen zou winnen, maar studenten en vrouwen zorgden ervoor dat Khatami hier een streep door haalde.
Moin moet jongeren en vrouwen overhalen om toch te gaan stemmen. Velen zijn echter teleurgesteld door het beleid van Khatami, waar Moin een aandeel in had als minister. Moin probeert deze groepen over te halen door te roepen dat hij zich niet zo timide zal gedragen als Khatami.
Weer anderen roepen op tot een boycot van de stembusgang. Een van hen is de gedetineerde prominente journalist Akbar Ganji. Volgens hem kan alleen door het massaal wegblijven van de kiezers de mullahs duidelijk worden gemaakt dat zij hun greep op de macht moeten opgeven.
Die radicale conservatieven vormen trouwens ook geen eenheid. Zij hebben zich niet achter één man kunnen scharen. Bovendien geniet geen van hun kandidaten een grote populariteit onder de kiezers. Binnen dit rechtse kamp lijkt Mohammed Baqer Qalibaf de meeste steun te hebben.
Deze voormalige hardliner toont tegenwoordig zijn zachte kant. Hij benadrukt partijloos te zijn en verschijnt niet meer in beeld in uniform. Ook hij rept over democratie en werkgelegenheid. Hiermee hoopt hij jongeren aan te spreken. Die vormen de meerderheid van de stemgerechtigden.
Rafsanjani toont zich de daadkrachtige staatsman. Hij is de enige kandidaat die het presidentschap weer vorm kan geven nadat het onder Khatami ernstig is ondermijnd. Hij probeert de hervormers overtuigen dat hij de enige is die het kan opnemen tegen het behoudende machtsblok.
Of Rafsanjani zijn beloftes zal nakomen, is de vraag.