„Vlaktaks leidt tot veel extra rijkdom”
Invoering van een vlaktaks van 18,7 procent leidt tot enorme koopkrachtverbeteringen. De extra welvaart is wel behoorlijk ongelijk verdeeld: de laagste inkomens krijgen er 4 procent bij, de hoogste zelfs 46. Gemiddeld bedraagt de stijging 28 procent.
Dat blijkt uit een studie van de hand van UvA-econoom Peter Heemeijer, geschreven in opdracht van de conservatieve Edmund Burke Stichting. De studie werd dinsdag op Belastingvrijheidsdag gepresenteerd, de dag waarop de gemiddelde burger voor zichzelf gaan verdienen. Wie bruto en netto verrekent, komt gemiddeld tot de conclusie dat hij tot 14 juni voor de staat heeft gewerkt.
Volgens de conservatieven kan het veel efficiënter. Radicale afschaffing van alle bestaande aftrekposten op het belastbaar inkomen en opheffing van het progressieve belastingstelsel moet volgens hen de weg vrijmaken voor een vlaktaks, een voor iedereen gelijk tarief op een zo laag mogelijk niveau. Econoom Heemeijer kwam tot de conclusie dat 18,7 procent in de Nederlandse situatie volstaat.
Heemeijer rekende de meest radicale variant door, waarbij alle aftrekposten (dus ook de hypotheekrenteaftrek) worden afgeschaft. Dat kost belastingbetalers geld, maar ze krijgen daar veel voor terug. Over de hele linie wordt minder belasting betaald. Bovendien kunnen Belastingdienst en belastingbetalers efficiënter te werk gaan. Ook ontstaat er extra economische groei (13 procent) en werkgelegenheid.
Op korte termijn valt een gemiddelde koopkrachtstijging van 28 procent te verwachten, aldus Heemeijer. Hij geeft critici van de vlaktaks gelijk wanneer zij het een „formidabel cadeau aan de rijken” noemen. „Maar”, zo schrijft Heemeijer, „het is ook een zeer substantieel cadeau aan de modale belastingbetaler en zelfs een cadeau, zij het van bescheiden omvang, aan de armste inkomensgroepen.”
Het is echter maar de vraag wat de laagste inkomens daarvan overhouden, moest Heemeijer toegeven. In zijn berekeningen heeft hij geen rekening gehouden met de economische wetmatigheid dat grote lastenverlichtingen leiden tot oververhitting van de economie en snelle inflatie. Het bescheiden cadeau voor de laagste inkomens kan dus nog heel wat minder gunstig uitpakken.