Optimisme midden- en kleinbedrijf groeit
Ondernemers in het midden- en kleinbedrijf zijn in het eerste kwartaal van dit jaar optimistischer geworden over de Nederlandse economie en hun eigen bedrijf.
Het toenemende optimisme van de ondernemers is het gevolg van stevig saneren de afgelopen jaren. De bedrijven staan er daardoor nu financieel beter voor.
Ruim de helft (54 procent) is nu positief over de economie. Rond de jaarwisseling was dat nog maar 42 procent, zo blijkt uit onderzoek van TNS NIPO onder middelgrote en kleine bedrijven dat werkgeversorganisatie MKB-Nederland dinsdag heeft gepresenteerd.
Een echte verbetering van de economische groei laat echter op zich wachten, omdat de vraag vanuit de markt achterblijft. De consumenten blijven de hand op de knip houden. Ook de groei van de export is zwakjes door de kwetsbare economische situatie in de omringende landen.
Het aantal ondernemers dat denkt dat de werkloosheid zal afnemen, is de afgelopen maanden gestegen van 30 naar 40 procent. Het aantal bedrijven dat mensen wil aannemen, neemt evenwel niet toe. Het afgelopen jaar is de werkgelegenheid in het midden- en kleinbedrijf afgenomen met 114.000 banen.
Ondernemers in het midden- en kleinbedrijf verwachten dat de slechte economische tijd van 2003 en 2004 nu achter ons ligt. Na de economische krimp van 2003 is steeds duidelijker geworden dat de Nederlandse economie de komende jaren zal groeien. Inmiddels verwacht 45 procent de omzet te zien stijgen en 48 procent denkt dat het bedrijfsresultaat beter wordt. Daaronder zijn vooral bedrijven die gericht zijn op de export. De verbetering is evenwel slechts klein en het gaat langzaam.
MKB-Nederland-voorzitter Hermans stelde vast dat het consumentenvertrouwen nog altijd matig is. Hij pleit voor het schrappen van overbodige regels en het verlagen van sociale premies. Daardoor houden de werknemers netto meer geld over en dalen de financiële lasten voor ondernemers. „Dat zijn goede middelen om de economie aan de gang te krijgen.”
Hermans benadrukte verder dat het kabinet zich op de borst klopt over onder meer het schrappen van overbodige regelgeving, maar dat de gemiddelde ondernemer hier weinig van merkt. „In de praktijk ben ik nog niet één ondernemer tegengekomen die zei dat het aantal regels is afgenomen. We wachten nog altijd op voelbare resultaten van het kabinetsbeleid. Na het zuur is het nu tijd voor het zoet.”