Nederlandse koloniale voorwerpen verdwijnen uit New York
Na meer dan 350 jaar verdwijnen 2 miljoen voorwerpen uit de Nederlandse koloniale tijd uit Manhattan. De spullen, van schoengespen tot krulspelden krijgen een nieuwe plek in het State Museum in Albany, circa 200 kilometer ten noorden van New York.
De collectie geeft een overzicht van het dagelijks leven uit de tijd dat New York nog de Nederlandse kolonie Nieuw Amsterdam was. De voorwerpen zijn in de loop van de jaren gevonden in scheepswrakken op de bodem van de Hudson Rivier, verlaten werven en archeologische opgravingen tijdens de bouw van wolkenkrabbers. In 1664 droeg de Nederlandse directeur–generaal Peter Stuyvesant het in 1624 gestichte Nieuw Amsterdam over aan de Engelsen.
De spullen liggen nu nog in het South Street Seaport Museum, dat een beeld geeft van de geschiedenis van de haven van New York. Dat kampt volgens de dinsdagse editie van de lokale krant Times Union echter met bezuinigingen.
Het zal nog jaren duren voor alle spullen zijn overgebracht naar Albany. De hoofdstad van de staat New York is ook door Nederlandse kolonisten gesticht. In 1624 werd het de eerste permanente nederzetting van de West–Indische Compagnie in het gebied.