Dat zei minister Donner van Justitie dinsdag in een overleg met de Tweede Kamer. Rond de voetbalklassieker van 17 april in Rotterdam hield de politie al 43 mensen op heterdaad aan. In de weken daarna werden nog eens 39 mensen gearresteerd, onder wie de dertig op basis van beelden in het tv–programma Opsporing Verzocht en foto’s op internet.

De politie heeft daarnaast nog vijf relschoppers geïdentificeerd. Maar Donner kon over hen verder niets zeggen, omdat ze nog niet zijn opgepakt. In totaal heeft de politie zeker 250 elektronische dossiers samengesteld van mensen die zich rond de wedstrijd schuldig zouden hebben gemaakt aan openlijke geweldpleging. Daarnaast zijn er ongeveer 250 dossiers van zogeheten meelopers, mensen die bijvoorbeeld aanwijzingen gaven.

PvdA–Kamerlid Van Heemst zei het daarom „ongelooflijk schokkend" te vinden dat Donner twee maanden na de rellen met dit „armetierige resultaat" komt. Hij pleitte ervoor de foto’s opnieuw onder de aandacht van het publiek te brengen door ze ook in dagbladen te publiceren. Alle relschoppers moeten wat Van Heemst betreft met naam en toenaam bekend worden. Ze mogen niet „onderduiken in de anonimiteit", zei hij.

Donner zei in een reactie dat hij zich stoort aan het „kleineren" van de inspanningen van politie en justitie, die volgens hem te maken hebben met praktische problemen. „We hebben mensen niet op het gezicht gerubriceerd", zei de minister.

Tot verbijstering van politiebonden, die de straffen veel te laag vonden, legde de politierechter in Rotterdam begin deze maand straffen van vier tot acht maanden cel op aan zes voetbalsupporters die betrokken waren bij de ernstige ongeregeldheden. Het grootste deel daarvan was echter voorwaardelijk. Het zestal, dat daardoor weer snel op vrije voeten kwam, kreeg daarnaast een taakstraf en een stadionverbod met meldingsplicht voor een jaar. Het Openbaar Ministerie is in beroep gegaan tegen de uitspraak.