„Het allersterkst is de waarheid”
Titel:
”Filosofie zonder voetnoten”
Auteur: Friedhelm Moser, vertaald door Ko Kleisen
Uitgeverij: Agora, Kampen, 2001
ISBN 90 391 0834 X
Pagina’s: 208 blz., € 16,74. ”Filosofie zonder voetnoten” wil filosofie dichtbij de mensen brengen. „Filosofie is voor iedereen”, zegt de eerste zin op de achterflap. Even verder op diezelfde achterflap wordt het boekje als volgt aangeprezen: „Het is bij uitstek geschikt als kennismaking met de filosofische traditie.” Dat is een reclamepraatje. Maar het vervolg van de zin is wel waar: „…en helpt de lezer even stil te staan bij een aantal van de allergewoonste dingen.”
De Duitse schrijver Friedhelm Moser (1954-1999), heeft vele jaren filosofieles gegeven in het voortgezet onderwijs en zich daarna volledig op het schrijven toegelegd. Het hier besproken werkje verscheen een jaar na zijn dood bij C.H. Becksche Verlagsbuchhandlung in München. Ko Kleisen vertaalde het in het Nederlands.
Het boekje bestaat uit eenentwintig hoofdstukjes die in lengte variëren van acht tot twaalf bladzijden. Daarin worden onderwerpen besproken als liefde, arbeid, spel, oorlog, logica en zo nog zestien andere dingen. Elk hoofdstukje is voorzien van een titel en een ondertitel. Daarna volgt steeds de mening van een beroemde persoon over het desbetreffende onderwerp. Een willekeurige illustratie biedt hoofdstuk drie: ”De waarheid of: leven in een Skinner-box”. Dan volgt een citaat van niemand minder dan Luther: „De wijn is sterk, de koning is sterker, de vrouwen zijn nog sterker, maar het allersterkst is de waarheid.”
Het boekje is ongetwijfeld een geslaagde poging filosofie dicht bij de mensen te brengen. De auteur behandelt zijn stof als een goed docent, met veel voorbeelden en af en toe een persoonlijke noot. De behandeling van de onderwerpen is niet te oppervlakkig, de opbouw van de hoofdstukjes toont bewonderenswaardig stilistisch meesterschap.
Bijna elk hoofdstukje geeft een vertelling van wat belangrijke filosofen over het desbetreffende onderwerp hebben gezegd. Maar het gaat te ver om, zoals de achterflap meldt, te stellen dat het boekje bij uitstek geschikt is als kennismaking met de filosofische traditie. Daarvoor is de selectie van de besproken filosofen te willekeurig en de geboden informatie te summier.
Het is jammer dat alle kwaliteiten van het boek worden overschaduwd door de wijze waarop de auteur de Bijbel en het christelijk geloof telkens ter sprake brengt. Hij is kennelijk van opvatting dat godsdienst een soort primitief en achterhaald voorstadium is van filosofie. Ter illustratie een tweetal citaten: „Het zogenaamde paradijs is namelijk in werkelijkheid een val, een zondeval. Jahwe heeft zich een slechte grap met Adam en Eva veroorloofd.” „Op zijn minst bij de schepping van de mens lijkt de duivel, ”de Geest die steeds ontkent”, de hand in het spel gehad te hebben.”
De Bible Belt, het gebied waar Bijbelgetrouwe mensen wonen, noemt hij „berucht.” Wie zelf filosofieonderwijs geeft, kan aan dit boekje wel wat hebben. Maar overigens zal een christen die zijn filosofische kwaliteiten wil stimuleren aan dit boek weinig vreugde kunnen beleven.