2000e slachtoffer Srebrenica geïdentificeerd
De Internationale Commissie voor Vermiste Personen (ICMP) heeft het 2000e slachtoffer van de genocide in Srebrenica geïdentificeerd. Dit heeft de ICMP vrijdag in Sarajevo laten weten.
De Srebrenica-Potocari Stichting die zich inzet voor de herdenking van de genocide van Srebrenica, heeft een nieuwe lijst opgesteld met de namen van de slachtoffers. Op de lijst staan de namen van 8106 Bosnische moslims. De lijst wordt binnenkort gepubliceerd.
Dit is vrijdag in Sarajevo bekendgemaakt. De Stichting zegt zich te hebben gebaseerd op informatie van het Rode Kruis, de Internationale Commissie voor Vermiste Personen (ICMP), van familieleden en van de commissie voor vermiste personen van de Bosnische Kroaten en moslims. Ook is informatie gebruikt van Republika Srpska, de Bosnisch-Servische entiteit die de massamoord uitvoerde.
De ICMP is een internationale regeringsorganisatie die helpt bij de identificatie van slachtoffers van de balkanoorlogen in de jaren ’90 om hen een waardige begrafenis te kunnen geven. De ICMP is opgericht na de G-7-top in Lyon in 1996. Oud-premier W. Kok, die aftrad naar aanleiding van het NIOD-rapport over de val van Srebrenica, is een van de commissarissen van de ICMP.
Geïdentificeerde slachtoffers van de genocide van Srebrenica worden jaarlijks op 11 juli, de datum van de val van de enclave in 1995, begraven tijdens een ceremonie bij het herdenkingsmonument in Potocari bij Srebrenica.
Volgens de ICMP worden na tien jaar nog steeds zo’n 6000 inwoners van Srebrenica vermist. De commissie gaat ervan uit dat tal van massagraven nog niet zijn gevonden.
De Bosnische Serviërs hebben veel lijken uit de oorspronkelijke massagraven weer opgegraven om ze op afgelegen plekken te herbegraven in de zogeheten secundaire massagraven. Daarbij werden veel lijken in stukken gereten wat de identificatie verder bemoeilijkt. De ICMP werkt op grote schaal met dna-analyses om de lichaamsdelen weer bij elkaar te brengen.