Christen moet wegwijs zijn in Bijbel
In de prediking bestaat te weinig aandacht voor het doorgeven van bijbelkennis. Deze klacht klonk vorige maand op de jaarvergadering van de Arbeitsgemeinschaft Missionarische Dienste (AMD) in het Duitse Hofgeismar. In drie artikelen geven predikanten hun visie. Ds. J. M. J. Kieviet
benadrukt het belang van kennis van de Bijbel. Door de gezegende Reformatie van de zestiende eeuw heeft de kerk de heilige Schrift weer terug ontvangen. „De ware schat van de kerk is het heilig Evangelie van de glorie en van de genade van God”, zo poneerde Luther in een van zijn beroemde 95 stellingen.
Voor hem en voor de andere reformatoren was de Schrift weer wat deze ook daadwerkelijk is: het Woord van de heilige God, het genademiddel bij uitstek. Nog eens Luther: „Dit is de wonderlijke kunst van God dat Hij door het Woord met ons handelt, de Heilige Geest geeft en schenkt.” Een vehiculum spiritus, voertuig van de Geest - dat is het Woord van God.
Bagage
Geen wonder dan ook dat door diezelfde Reformatie de kennis van de heilige Schrift bevorderd is. Sterk bevorderd. En in latere eeuwen door de mannen van de Nadere Reformatie en het puritanisme nog temeer. Nodig is het, zo vonden ze, dat het volk het Woord van God kent. Want wie Gods Woord niet kent, zal het ook niet verstaan.
In de Schriften is ons een schat uit de hemel overgeleverd. Dwaas zijn we wanneer we die schat ongebruikt laten liggen. Ik denk in dit verband aan Jacobus Koelman, die in zijn program tot nadere reformatie veel aandacht schenkt aan de opvoeding van de kinderen. Het behoort allereerst tot de plichten van de ouders, zo stelt hij, om de inhoud van de Bijbel aan de kinderen over te leveren. „Vertel hun met grote ernst de bijbelse geschiedenissen, het ene verhaal na het andere, en prent die in hun geheugen door ze verschillende keren te herhalen, totdat zij ze kennen.”
Opvallend! Koelman hecht dus sterk aan de kennis van de geschiedenissen van de Bijbel. De namen en de feiten, die moeten gekend worden! Ik stem het hem toe. Een christen behoort wegwijs in de Schriften te zijn. Niet alleen dat hij de grote leerstukken kennen moet, zoals die te leren zijn bijvoorbeeld door middel van de Heidelbergse Catechismus. Maar ook de personen, de gebeurtenissen, de ontwikkelingen, de historische lijnen van de Schrift - het dient te behoren tot de bagage van elk mens die zich christen noemt.
Malle gedachte
En daar moet vroeg mee begonnen worden. Gedachtig aan het woord van de Spreukendichter: „Leer de jongen de eerste beginselen naar de eis zijns wegs. Als hij ook oud zal geworden zijn, zal hij daarvan niet afwijken.” De kennis van die eerste beginselen zal ingekaderd moeten zijn in een behoorlijke feitenkennis van de Schrift. Dat is onmisbaar.
Enkele maanden geleden was in het katern Boeken van deze krant de weergave van een gesprek met de historicus professor Henk van Os te lezen. Hij voerde een pleidooi voor historische kennis. Hij deed dat door erop te wijzen dat zonder feitenkennis geen historisch besef mogelijk is en „de kans op een historische sensatie nul.”
Gelukkig lijkt de malle gedachte dat kennis van jaartallen overbodig is, in onderwijsland langzamerhand gedateerd te zijn. Maar wat van de algemene geschiedenis geldt, dat gaat nog meer op voor de kennis van de bijbelse geschiedenis. Wat al te kort door de bocht gezegd: zonder historisch geloof zal er ook geen zaligmakend geloof zijn.
Concreet
Ligt hier een taak voor de zondagse prediking? Ongetwijfeld! Misschien niet in eerste instantie. Ik denk eerder aan opvoeding in het gezin, onderwijs op school, zondagsschool, catechese, jeugdvereniging en bijbelkring. Maar als de prediking uitleg en toepassing van het Woord van God is -en dat is ze!- laat er in de prediking dan ook aandacht zijn voor de feitelijke aspecten in het Woord van God.
Met het oog hierop moet de uitleg concreet en helder zijn, met aandacht voor de context en de brede verbanden.
Zelf hecht ik erg aan de zogenaamde lectio continua, het bepreken van achtereenvolgende gedeelten uit een bijbelboek of een hoofdstuk. Op deze wijze kan de hoorders zicht gegeven worden op de voortgang en de verbanden binnen een groter schriftgedeelte. Regelmatig zullen ook de geschiedenissen uit het Oude Testament in de prediking aan de orde moeten komen. Het is helemaal ideaal als er voor dat doel doordeweekse diensten kunnen worden belegd.
Maar bovenal geldt: Als de Heere door Zijn genade liefde tot Zijn Woord in m’n hart werkt, dan is de Bijbel mijn dagelijkse bron van studie en overdenking. „Hoe lief heb ik Uw Wet. Zij is mijn betrachting de ganse dag!” Die regelmatige lezing en bestudering zal me naast geestelijke ook feitelijke kennis bijbrengen.
De auteur is christelijk gereformeerd predikant te Rotterdam.