Economie

Natuur wint het van chemisch afval

Natuur, woningbouw en industrie. Het gebied rond de Hollandse IJssel moet er weer goed uit gaan zien. Maar daar is wel voor nodig dat enorme hoeveelheden vervuilde grond worden gesaneerd. Een project daarvoor nu halverwege: in 2010 moet het gereed zijn. Donderdag was het tijd voor een tussenevaluatie, aan boord van een schip.

10 June 2005 11:32Gewijzigd op 14 November 2020 02:38

Vanaf het water is goed te zien hoe afwisselend het gebied tussen Krimpen aan den IJssel en Gouda is. De achterkant van de Dorpsstraat in Ouderkerk aan den IJssel geeft een heel andere aanblik dan de peperdure woningen-met-speedboot bij Moordrecht of de industrie bij Nieuwerkerk aan den IJssel.

Aan de ene kant van de rivier staat een prachtige molen, aan de andere kant ligt een lading willekeurig op elkaar gestapelde betonplaten. En op de rivier zelf is het ook afwisselend. Pleziervaartuigen en zandschepen maken allemaal gebruik van de Hollandse IJssel. Aan de walkant is ook goed te zien dat het een getijderivier is. Bij laag water zijn langs de wal de verkleuringen door het wisselen van de waterstanden goed zichtbaar.

Wat helaas op veel plaatsen hetzelfde is, is de ernstige vervuiling. En dan niet tot slechts een meter onder de grond. Op veel plaatsen ligt tot op 7 meter diepte een lading uiterst schadelijk chemisch afval. „Halverwege de jaren ’50 is begonnen met het storten van het afval”, zegt Raymond Mangé, plaatsvervangend projectleider van het Hollandse-IJsselproject. „Bedrijven wilden graag hun rommel kwijt en gemeenten konden op deze stortplaatsen woningen en industrie bouwen. De troep werd onder andere gestort op rivieroevers, zogeheten zellingen.”

De gevolgen bleven niet uit. Veel vissen gingen dood, de stank van het afval was vaak niet te harden en de lucht was zo giftig dat er spontaan gaten sprongen in de was die te drogen hing. Soms probeerden mensen van de troep te profiteren. Het gebeurde een keer dat omwonenden van een stortplaats een lading verfblikken bemachtigden. Een week later bleek waarom de blikken niet in de winkel lagen: door een fabricagefout was er niet mee te verven en de bewoners zaten met de ellende van de rommel die ze op hun huizen hadden gesmeerd.

In 1999 ging het Hollandse-IJsselproject van start, waarin dertien overheden samenwerken. Dat moet er in ruim tien jaar voor zorgen dat de troep, die op veertig locaties ligt, wordt verwijderd. Bovendien moet het gebied er veel beter uit gaan zien.

Vooral de komende drie jaar wordt het gebied fors aangepakt. Mangé: „Er zijn grote verschillen in de locaties. De ene plaats is zwaarder verontreinigd dan de andere. Bovendien wordt de ene locatie ook grondiger aangepakt dan de andere.”

De afgegraven grond wordt naar de Slufter op de Maasvlakte gebracht. Ook is het mogelijk om de natuur op bepaalde locaties zelf het reinigende werk te laten doen. „Maar op de zwaarst verontreinigde locaties is dat niet mogelijk.” De rivier zelf is ook bepaald niet schoon. In 1997 werd de Hollandse IJssel al eens stevig uitgebaggerd. Toen was dat uit economisch oogpunt. De vaargeul moest worden uitgediept en daardoor werd ook veel vervuild slib afgevoerd. Op de bodem liggen echter nog steeds grote hoeveelheden afval.

Het gebied zal zijn diversiteit aan functies behouden. Mangé: „De Hollandse IJssel blijft een werkrivier. Bedrijven die veel over water aanvoeren, zullen niet weggaan.” Daarnaast blijft er ruimte voor nieuwe woningen. Maar daar worden wel beperkingen voor opgelegd. Nieuwbouw mag bijvoorbeeld niet meer binnen 15 meter langs het water staan wanneer dit op zijn hoogste stand is. En bouwen boven het water is al helemaal uit den boze. De reden is de veiligheid voor de scheepvaart en de bewoners. „Wanneer een schip op drift raakt, kan hij de wal raken. En je moet er niet aan denken wat de gevolgen zijn als dat juist gebeurt op een plaats waar mensen op hun terras zitten. De kans is erg klein, maar je moet het niet uitsluiten.”

Een andere vorm van inrichting is het gebruik als natuurgebied. Een voorbeeld is de Schanspolder in de gemeente Ouderkerk. In dit gebied ligt verspreid over 7 hectare 450.000 kuub vervuilde grond. Het is tot op zeker 7 meter diepte verontreinigd. Volgens Mangé moeten recreanten op termijn gebruik kunnen maken van het gebied. „We gaan er geen hek omheen plaatsen. Maar we willen ook niet dat er te veel mensen op af komen. We leggen er enkele parkeerplaatsen bij aan.”

Mangé wil dat de plekken langs de Hollandse IJssel voor zo veel mogelijk mensen bereikbaar zijn. „Het is niet goed dat de happy few dure huizen pal aan het water bouwen, terwijl er op die plekken geen ruimte meer is voor recreanten.” Op enkele locaties gaat het al op een manier zoals hij het het liefst ziet. Daar is tussen de huizen en de rivier bijvoorbeeld een wandelpad. Wel erkent hij het risico aan dit soort plaatsen. „Het trekt niet alleen wandelaars, maar ook hangjongeren aan.”

Molen Windlust in Nieuwerkerk aan den IJssel is een ander voorbeeld van de verbeteringen rond de rivier. Deze molen is volledig gerestaureerd. De projectgroep hecht veel waarde aan culturele erfgoederen. „Veel van dit soort projecten komen voort uit particuliere initiatieven of dankzij de inzet van enkele gemeenteraadsleden.”

Een van de belangrijkste voordelen van het Hollandse-IJsselproject is volgens Mangé de samenwerking tussen meerdere instanties en gemeenten. „Een natuurgebied is vaak afgebakend. Maar de vervuiling van bijvoorbeeld het slib in de rivier overschrijdt de gemeentegrenzen. Door de samenwerking kunnen we ook dat effectief aanpakken.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer