„Ondermijning bijbelse gezagsrelatie”
„Het is principieel onmogelijk om in schoolverband een gezagsrelatie tussen leerkrachten en leerlingen vorm te geven en tegelijk in een medezeggenschapsraad op basis van gelijkwaardigheid met elkaar besluiten nemen.”
Dat is volgens directeur H. Vos van de Vereniging Gereformeerd Schoolonderwijs (VGS) het kernbezwaar tegen de nieuwe regeling voor medezeggenschap die minister Van der Hoeven aan de Tweede Kamer heeft voorgelegd. Medezeggenschapsraden met beslissingsbevoegdheden ondermijnen volgens Vos de bijbelse visie op gezag.
De besturenorganisaties VGS en VBSO verzetten zich als enigen in het onderwijsveld fel tegen de nieuwe wet voor medezeggenschapsraden. Ze vinden het onbegrijpelijk dat juist een minister van CDA-huize af wil van de vrijstellingsbepaling in de huidige wet. „Ze zegt dat er geen draagvlak meer voor bestaat. Maar als zij zich er persoonlijk sterk voor zou maken, geloof ik dat er in de Tweede Kamer ook een meerderheid te vinden is. Zo ligt het ook in het onderwijsveld. De andere besturenorganisaties hebben geen enkele moeite met de huidige uitzonderingsbepaling”, aldus Vos.
Medebeslissingsrecht van leerlingen is het hoofdbezwaar van de twee reformatorische besturenorganisaties tegen de nieuwe wet. Ook met beslissingsbevoegdheden voor leerkrachten en ouders in medezeggenschapsraden heeft de VGS moeite. „Eigenlijk gelden daartegen dezelfde principiële bezwaren. Ook hier zijn gezagsverhoudingen in het geding.”
Van der Hoeven is volgens Vos slechts bereid om scholen met principiële bezwaren ruimte te geven om de beslissingsbevoegdheid van leerlingen om te zetten in adviesbevoegdheid. Ze eist dan wel dat tweederde van de leerlingen het daarmee eens is. De besturenorganisaties vinden dat principieel onaanvaardbaar: „Dan leg je de bevoegdheid alsnog op de verkeerde plek. Wij vinden dat ouders en leerkrachten moeten besluiten over rechten van leerlingen.”