De AOb bepleit dat in het Onderwijsblad, dat deze week gewijd is aan de basisschool die twintig jaar bestaat. „De basisschool is beter dan ooit", zegt Liesbeth Verheggen, bestuurder van de AOb. „Maar we weten dat het nog beter kan".

Zo vindt de AOb dat de zogeheten voorschool voor kinderen van 2,5 tot 4 jaar onderdeel worden van de basisschool. Verder bepleit de bij de FNV aangesloten bond investeringen in huisvesting, computers en onderwijsmethoden.

De bond constateert dat de kwaliteit van de basisschool zichtbaar is verbeterd. Als voorbeeld daarvan noemt de AOb de leesprestaties van de baisscholieren. Nederland steeg op de internationale ranglijsten van de 21ste naar de tweede plaats.

Aanleiding voor de basisschool was het grote aantal zittenblijvers na de overstap van de kleuterschool naar klas 1. In 1985 lag dat op 11 procent, in 2005 doet 2,4 procent groep 3 over of blijft een jaar langer in groep 2.

Vooral de laatste tien jaar is veel vooruitgang geboekt, meldt de AOb. Voor inflatie gecorrigeerd is het bedrag per leerling in twintig jaar gestegen van 3000 euro naar 3900, aldus een becijfering van de bond.

De invoering van de basisschool ging destijds gepaard met veel verzet. De onderwijsbonden waren in principe voor, maar boycotten uiteindelijk de operatie omdat zij het als een bezuiniging zagen. „Toch heb ik mij nooit bitter uitgelaten over de protesten", zegt voormalig CDA-onderwijsminister Deetman in een interview. „Er veranderde veel, ik vond het onvermijdelijk, maar voor de individuele docent kwam het hard aan".