In de haven wordt op een terrein van twintig hectare een droogdok gerealiseerd, waar oude schepen op milieuvriendelijke wijze zullen worden gesloopt. Nu worden afgedankte schepen vaak achtergelaten op stranden van landen als India en Bangladesh om vervolgens te worden gesloopt. Daarbij vallen jaarlijks doden.

Met de bouw van de werf is een investering van 64 miljoen euro gemoeid. Wie de investeerder is, wil Ecodock niet kwijt. „Het gaat om een fonds dat investeert in economie en ecologie, waarvan de roots in Groningen liggen", aldus Mulder.

Ecodock wil zich wereldwijd manifesteren als alternatief voor het zogenoemde ’beachen’. Mulder: „De werkwijze op de stranden van India en Bangladesh is mensonterend. Bij de sloop van een schip vallen altijd doden. Indirect eist het ontmantelen nog veel meer slachtoffers. Arbeiders zitten namelijk met de blote handen in de asbest. Die mensen hebben de keuze: of nu doodgaan van de honger, of over twintig jaar sterven aan de schadelijke gevolgen van scheepsontmanteling”.

De sloopwerf heeft nog geen enkele order binnengehaald, maar kan de concurrentie met de lage lonenlanden aan, zo blijkt uit haalbaarheidsstudies. „Waar men in China een half jaar nodig heeft om een schip te ontmantelen, kunnen wij dat in 23,5 dagen”, aldus Mulder. „We gaan gebruik maken van innovatieve robotgestuurde snijtechnieken. Het staal waaruit een schip voor 85 procent bestaat levert de eigenaar van het schip geld op. Dat verkopen we tegen een zo hoog mogelijke prijs door”.

Mulder verwacht op korte termijn de eerste orders binnen te kunnen halen. „Per jaar moeten er wereldwijd 700 grote schepen gesloopt. Daar komt nog bij dat voor 2007 1300 enkelwandige olietankers uit de vaart moeten worden genomen. Het is nog niet bekend wat daarmee gaat gebeuren”. De nieuwe werf in de Eemshaven is bedoeld als proefproject en heeft daarom een beperkte capaciteit van twaalf schepen per jaar.

Uiteindelijk wil Ecodock zich in dertig tot veertig landen vestigen. Hiertoe is het bedrijf al haalbaarheidsstudies gestart in Polen, de Verenigde Arabische Emiraten, de Verenigde Staten, IJsland, Spanje, Portugal, Japan en Bulgarije. Als tweede vestigingsplaats is vooralsnog het Britse Newcastle nadrukkelijk in beeld. Daar is een bestaand droogdok beschikbaar dat kan worden omgebouwd.

Milieuorganisatie Greenpeace is blij met het initiatief van Ecodock. „Dit is de eerste aanzet om van een dumpindustrie een service-industrie te maken”, aldus M. Harjono. Ze waarschuwt echter voor al te veel optimisme. „Politici moeten nu de handen ineen slaan. Europa zal moeten gaan handhaven en mag niet langer de export van sloopschepen naar de derde wereld toestaan”.