Remkes verbiedt blinddoeken niet–verdachte
Arrestatieteams van de politie mogen niet–verdachten tijdens een inval niet meer blinddoeken. Ze mogen hen wel in de boeien slaan. Minister Remkes van Binnenlandse Zaken kondigde donderdag in de Tweede Kamer aan dat hij de manier waarop deze dwangmiddelen worden gebruikt, expliciet in de wet wil vastleggen.
Arrestatieteams, die worden ingezet bij het aanhouden van vuurwapengevaarlijke verdachten, mogen verdachten wel handboeien en een blinddoek omdoen. Dat en het boeien van niet–verdachten moet volgens Remkes mogelijk zijn, omdat de teams in levensbedreigende situaties opereren. Het blinddoeken van niet–verdachten is volgens hem onaanvaardbaar, omdat dat te ingrijpend voor de betrokkene is.
De bewindsman zei dat in een debat over het jaarverslag van de Nationale Ombudsman 2004. Die had daarin erop gewezen dat er onvoldoende wettelijke basis is voor het gebruik van handboeien en een blinddoek door arrestatieteams. Aanleiding daarvoor was de arrestatie van een man die verdacht werd van betrokkenheid bij een ontvoering waarbij vuurwapens waren gebruikt. Volgens de ombudsman had het arrestatieteam hem ten onrechte geblinddoekt.
In 2003 ging het om vier zaken waarbij de ombudsman vond dat arrestatieteams in strijd met de Grondwet en het Europese verdrag tot bescherming van de rechten van de mens hadden gehandeld.