Dat betoogde voorzitter Barroso van de Europese Commissie woensdag in het Europees Parlement in Straatsburg. De volksvertegenwoordiging van de EU besprak de situatie die is ontstaan na het Franse en het Nederlandse nee tegen de grondwet en blikte vooruit naar de top van eind volgende week.

Van de regeringsleiders wordt verwacht dat zij dan aangeven hoe zij de crisis die zich aftekent het hoofd willen bieden. Het lijkt er steeds meer op dat zij zullen besluiten formeel een fase van bezinning aan te kondigen. De gedachten daarbij gaan uit naar een periode van een jaar. Concrete ideeën over hoe de organisatie van de gedurende die termijn te voeren brede discussie er zal uitzien, ontbreken vooralsnog.

Barroso waarschuwde in het EP niet te kiezen voor wat hij aanduidde als twee uiterste oplossingen. „We mogen niet gewoon doorgaan, alsof er niks is gebeurd. Dat zou onverantwoordelijk en arrogant zijn. Maar we dienen evenmin het beoogde verdrag onmiddellijk te laten vallen, want dat doet onrecht aan de tien lidstaten die er inmiddels mee hebben ingestemd”, zette hij uiteen.

De Commissievoorzitter drong erop aan „de problemen te overstijgen en de moeilijke omstandigheden van dit moment aan te grijpen als een kans.” Hij pleitte voor een duidelijk signaal naar de bevolking door aan te koersen op het smeden van, zoals hij het enkele malen noemde, een nieuwe visie op Europa.

Met betrekking tot de voortgang van het ratificatieproces merkte hij op dat het aan elk land afzonderlijk is om te beslissen of het de goedkeuringsprocedure vervolgt. Hij vroeg wel een definitief besluit pas te nemen na de gezamenlijke reactie die de top op 16 en 17 juni moet opleveren.