Hoewel het goed gaat met de haringstand, waarschuwen de biologen voor de komende jaren. De afgelopen drie jaar zijn zwakke broedjaren voor de vissoort geweest. Er zijn wel veel haringlarven in de Noordzee aangetroffen, maar de overleving van deze larven is „uitzonderlijk laag.” Daardoor komt er weinig jonge haring bij. De biologen gaan de oorzaak van de lage overlevingskansen nog uitzoeken.

Gelet op de voorziene daling van de haringstand, adviseren de wetenschappers het Europese vangstquotum van 535.000 ton consumptieharing volgend jaar te verlagen tot 455.000 ton. In december nemen de Europese visserijministers daarover een besluit.

De Nederlandse vissers nemen 18 procent van het Europese haringquotum voor hun rekening.