Roep om inzet milities tegen geweld in Irak
Binnen de Iraakse regering wordt de roep luider om de rol van Koerdische en sjiitische milities te versterken om het geweld van voornamelijk soennitische opstandelingen te beteugelen. Sinds de installatie van de nieuwe regering eind april zijn al meer dan achthonderd politiemannen, militairen, regeringsfunctionarissen en burgers om het leven gekomen.
De sjiitische geestelijke en vooraanstaande politicus Abdel Aziz al–Hakim eiste woensdag dat de beruchte sjiitische militie Badr Brigade officiële veiligheidstaken krijgt. Al–Hakim kreeg later op de dag bijval van de Iraakse president Jalal Talabani, zelf een soennitische Koerd. Volgens hem zijn de Badr Brigade en ook de Koerdische peshmerga–milities nog onmisbaar in de strijd tegen de opstandelingen.
Dinsdag had een woordvoerder van de sjiitische premier Ibrahim Jaafari nog gezegd dat er in Irak geen plaats is voor milities en dat zulke strijdmachten moeten opgaan in leger en politie.
De Badr Brigade wordt door soennitische leiders beschuldigd van moordaanslagen op soennitische burgers en geestelijken. Al voor de Amerikaanse invasie in maart 2003 leverde de militie strijd met het door soennieten gedomineerde bewind van Saddam Hussein in het zuiden van Irak. De Amerikaanse bezettingsautoriteiten wilden de Badr Brigade, net als andere milities ontwapenen, maar in de praktijk is daar weinig van terecht gekomen.
De Badr Brigade is opgericht als de militaire vleugel van de Opperste Raad van de Islamitische Revolutie in Irak (Sciri), de grootste sjiitische partij. Volgens de partij zelf vervult de Badr Brigade tegenwoordig alleen nog sociale en politieke functies, maar vermoedelijk zijn nog duizenden leden betrokken bij de gewapende strijd.
In Basra, de tweede stad van Irak, troffen politiemensen woensdag het verminkte lichaam aan van sjeikh Salam Abdel Karim al–Kardisi, een vooraanstaand lid van de soennitisch wahabitische gemeenschap in de stad. Hij zou zondag zijn meegenomen door mensen in uniform. De soennitische Iraakse Islamitische Partij beschuldigt de Badr Brigade ervan achter de dood van al–Kardisi te zitten.
Zeker drie Iraakse burgers zijn woendag om het leven gekomen door een aanslag met een autobom bij een benzinestation in de buurt van Baquba, 60 kilometer ten noorden van Bagdad. Volgens de politie liet een man zijn auto achter naast een lange rij wagens die bij de benzinepomp stonden te wachten. Enkele minuten later explodeerde het voertuig. Drie auto’s brandden volledig uit.
Volgens sommige ooggetuigen was de aanslag gericht tegen een passerend konvooi van het Amerikaanse leger. Anderen zeiden echter dat er geen veiligheidsfunctionarissen in de buurt waren. De aanslag was vermoedelijk het werk van soennitische opstandelingen.
In het zuiden van Bagdad werden woensdag twee overheidsfunctionarissen doodgeschoten. In het noorden van de Iraakse hoofdstad werd een Iraakse tolk vermoord die voor het Amerikaanse leger werkte.
In het westen van Irak hebben gewapende mannen 22 Iraakse soldaten ontvoerd, kort nadat ze hun basis in het westen van Irak hadden verlaten. Dat heeft een politiefunctionaris woensdag bekendgemaakt. De ontvoering vond plaats nabij de Syrische grens. De militairen kwamen uit het sjiitische zuiden van Irak.
Saboteurs hebben woensdag in het noorden van Irak een belangrijke oliepijpleiding opgeblazen. Dat heeft een functionaris van de Noordelijke Oliemaatschappij gezegd. Volgens de functionaris wordt de pijpleiding gebruikt voor de export van olie uit de omgeving van Kirkuk naar Turkije. Op het moment van de aanslag werd geen olie geëxporteerd in verband met eerdere aanslagen.