Sancties Irak door V-raad versoepeld
De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties heeft dinsdag unaniem ingestemd met herziening van de sancties tegen Irak. De resolutie scherpt het wapenembargo tegen het regime van Saddam Hussein verder aan en versoepelt de regels voor de import van civiele goederen.
Met de stemming komt een einde aan maandenlang onderhanden tussen Rusland, dat de sancties wil opheffen, en de VS, die Saddam met geweld ten val dreigen te brengen als hij hervatting van de VN-wapeninspecties niet toestaat. Toen Rusland en de VS overeenstemming hadden bereikt, schaarden de overige drie permanente leden van de Veiligheidsraad, Groot-Brittannië, Frankrijk en China, zich achter het voorstel. De vijf permanente leden dienden het voorstel gezamenlijk in.
Syrië had overwogen zich van stemming te onthouden omdat de amendementen die het land had voorgesteld, waren verworpen. Na overleg met Damascus sloot Syrië zich aan bij de andere veertien leden, volgens de Syrische ambassadeur bij de VN om de Veiligheidsraad te helpen de „geloofwaardigheid te herwinnen” die de raad had verloren door het mislukken van het VN-onderzoek naar de Israëlische aanval op het Palestijnse vluchtelingenkamp Jenin.
Het olie-voor-voedselprogramma wordt met zes maanden verlengd. In 1996 werd dit programma ingevoerd om Irak in ruil voor olie te voorzien van eerste levensbehoeften, maar inmiddels is het uitgebreid en omvat het ook onderwijs, water en andere openbare voorzieningen. In het huidige programma moet een commissie van de VN contracten voor humanitaire goederen goedkeuren. Bovendien kan ieder lid van de Veiligheidsraad een contract opschorten.
Op dit moment is er voor zo’n 5 miljard dollar aan contracten opgeschort, ongeveer 90 procent door de VS en 10 procent door Groot-Brittannië, omdat de goederen voor militaire doeleinden kunnen worden gebruikt. Irak heeft op beide landen kritiek geuit omdat ze het land onmisbare humanitaire goederen onthouden.
De nu aangenomen resolutie bevat een lange lijst van goederen die de VN moeten inspecteren voordat ze naar Irak kunnen worden gestuurd. De goederen op de lijst variëren van telecommunicatieapparatuur tot geavanceerde bouwmachines. Irak kan alle andere humanitaire goederen echter vrijelijk importeren.
De sancties tegen Irak kunnen pas worden opgeheven als VN-inspecteurs hebben vastgesteld dat het land zijn programma’s voor biologische, chemische en nucleaire wapens heeft ontmanteld. Sinds december 1998 laat Irak deze inspecteurs niet meer toe. Secretaris-generaal Kofi Annan van de VN en minister van Buitenlandse Zaken Naji Sabri van Irak zijn in onderhandeling over hervatting van de wapeninspecties. Een nieuwe ronde gesprekken wordt eind mei verwacht.