Op dit moment rommelt het binnen LTO Nederland. De zuidelijke tak van de organisatie ZLTO stapte vorige maand uit de landelijke koepel. Ook LTO Noord ziet inmiddels geen toekomst in LTO Nederland in zijn huidige vorm. Doornbos verwees dinsdag zelf bij de aankondiging van zijn opstappen naar deze ontwikkelingen.

De voorzitter verlaat het LTO-schip niet terwijl het stuurloos is. Via de regiegroep heeft hij mede de basis gelegd voor een nieuwe opzet van de landbouworganisatie, waartoe ook dinsdag werd besloten. „Als het een totale chaos was, zou het wat anders zijn. Maar in dat nieuwe samenwerkingsverband wil ik geen rol meer spelen.”

Buiten de landbouworganisatie liggen de zaken ook anders dan bij zijn aantreden. Doornbos noemt de discussies die nu gaande zijn over het voortbestaan van de productschappen en het ministerie van Landbouw. De agrarische sector en de voedselverwerkende industrie maken daarnaast door nieuwe regels en liberalisering van de wereldmarkt ingrijpende veranderingen door. „Kennelijk is het tijd voor nieuwe coalities en daar horen nieuwe gezichten bij”, meent de LTO-voorzitter.

Bij zijn herbenoeming in 2002 zinspeelde Doornbos al op een vroegtijdig vertrek. „Ik heb gezegd: Ik zit er al een behoorlijke periode. Twaalf jaar is wel erg lang.” Hij kijkt met tevredenheid terug op ruim tien jaar voorzitterschap, waarin hij voor de buitenwacht het gezicht van de Nederlandse land- en tuinbouw werd. LTO staat bij overheid, bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties en de markt op de kaart. „Ik ben blij dat ik daar mijn steentje aan heb mogen bijdragen.”

Minister Veerman van Landbouw liet dinsdag via een woordvoerster weten het vertrek van Doornbos te betreuren. De bewindsman kenschetst de vertrekkend LTO-voorzitter als een „bekwaam bestuurder” met wie hij „goed en constructief overleg” kan voeren. Veerman ziet zijn vertrek als een „teken van verdere desintegratie” van de landelijke landbouworganisatie. „En daar is niemand mee gediend”, aldus de minister.

Van de sociale partners is Doornbos na J. Schraven (VNO-NCW), L. de Waal (FNV) en D. Terpstra (CNV) de vierde voorzitter die in korte tijd vertrekt.

De gewestelijke afdelingen van land- en tuinbouworganisatie LTO -LTO Noord, LLTB (Limburg) en ZLTO- willen op een andere manier samenwerken. De landelijke koepel LTO Nederland gaat zich in afgeslankte vorm beperken tot de belangenbehartiging op sociaal-economisch gebied.

De nieuwe rol van de koepelorganisatie zal volgens Doornbos te vergelijken zijn met de manier waarop bijvoorbeeld MKB-Nederland en werkgeversorganisatie VNO-NCW te werk gaan. Het algemeen bestuur van LTO besloot dinsdag tot de nieuwe opzet.

De afslankoperatie betekent dat driekwart van de 37 LTO-medewerkers in Den Haag moet omzien naar een andere baan, aldus een woordvoerder van LTO. Een aantal zal mogelijk aan de slag kunnen bij een van de gewestelijke organisaties.

De afdelingen zullen nu moeten uitwerken in hoeverre en op welke manier ze gezamenlijk zullen optrekken richting de politiek, maatschappelijke organisaties en bedrijfsleven. LTO Noord en het Limburgse LLTB zitten al in de regiegroep. Ook ZLTO willen zij bij die toekomstige samenwerking betrekken.