Dat stelden biologen, verenigd in de organisatie ICES, maandag in hun halfjaarlijks advies aan de Europese visserijministers. Zaterdag opende in Scheveningen het haringseizoen. De zogeheten Vlaggetjesdag trok 150.000 à 200.000 bezoekers naar de Hollandse nieuwe.

Dit jaar mag er 535.000 ton haring worden gevangen, waarvan 30.000 ton maatjesharing wordt. Vorig jaar mochten vissers in totaal 460.000 ton vangen.

De biologen tonen zich wel bezorgd over de kabeljauw. Vooral bij Noorwegen en het Kattegat is die vissoort overbevist. De biologen vragen om een vangstverbod op kabeljauw in 2006 rond het Kattegat, de zeestraat tussen Denemarken en Zweden.

Europese visserijministers schoten de kabeljauw in december al te hulp. Alle vissers mochten een dag per week minder de zee op. De controles op kabeljauwvissers werden verscherpt. De maatregelen treffen ook de vissers op schol en tong.

De biologen adviseren opnieuw om de vangst op paling te sluiten. De palingstand is sinds 1980 sterk afgenomen en staat nu op de laagste stand ooit. De palingvisserij geeft werk aan 25.000 mensen in Europa, onder wie vissers in het IJsselmeer.

Het Wereld Natuur Fonds (WNF) vraagt de Europese Unie om een ambitieus herstelplan voor de paling, ook wel aal genoemd. De soort zou ook op de lijst van bedreigde diersoorten (Cites) moeten komen, vindt de natuurorganisatie.

Het WNF vraagt ook betere besluiten over de kabeljauw. Het steunt adviezen om de vangst te sluiten in het Kattegat. De organisatie wil ook direct een vangststop van ansjovis in de Golf van Biskaje. De teruggang van de vissoort hier „is het zoveelste voorbeeld van mismanagement van visserij”, aldus Charlotte Mogensen van het WNF.

De visserijsector hekelt altijd de uitkomsten van ICES. Volgens de vissers blijkt uit de goede vangsten dat vissoorten als schol en tong zich juist herstellen. Een vangstverbod zou in een aantal gevallen zelfs averechts werken.