De regering in Jeruzalem beschouwt de betrokkenen als terroristen. De Unie daarentegen wil hen niet behandelen als gevangenen, zo valt te vernemen. Voorzitter Prodi van de Europese Commissie deelde maandag mee, na een beraad van de ministers van Buitenlandse Zaken in Brussel, dat er meer tijd nodig is om de details uit te werken over hun precieze positie. Daarbij gaat het vooral om de mate van bewegingsvrijheid die zij straks genieten.

De ambassadeurs van de vijftien lidstaten zullen later deze week het overleg voortzetten. Cyprus dringt erop aan dat de Palestijnen uiterlijk morgen al vertrekken. Zij verblijven nu, onder bewaking, in een hotel op dat eiland.

België, Griekenland, Ierland, Italië, Portugal en Spanje hebben aangegeven dat zij wel enkele van hen willen opvangen. Er zijn echter nog geen afspraken over de precieze verdeling over die landen.

De dertien, onder wie drie leden van de militante islamitische beweging Hamas, maakten deel uit van de groep mensen die gedurende enkele weken in de Geboortekerk in Bethlehem zaten. Zij vluchtten begin april dat gebouw in, toen het leger van Israël een zuiveringsoperatie uitvoerde. Hun recente uitlevering vormde een onderdeel van een onder druk van de Amerikanen totstandgekomen akkoord over de opheffing van de belegering van de kerk.

De Israëlische minister van Buitenlandse Zaken, Peres, benadrukte maandag dat de mannen betrokken zijn geweest bij „terreur en moordpartijen.” Hij riep de EU op ze goed in de gaten te houden.

Diverse bewindslieden van de Unie hebben hun teleurstelling geuit over de afwijzing van een Palestijnse staat door het Likud-blok van premier Sharon. Buitenlandcoördinator Solana zei in een reactie dat dit standpunt de inspanningen om een hervatting van het vredesproces te bereiken, bemoeilijkt.