Griekenland en Turkije zorgen voor vertraging bij de plannen op dit terrein. Vorig jaar spraken de ministers van Buitenlandse Zaken de verwachting uit dat er in 2002 een akkoord zou zijn. Maandag hebben zij tijdens overleg in Brussel opnieuw over het onderwerp van gedachten gewisseld. De kans dat het spoedig tot een doorbraak komt, lijkt echter klein.

Turkije wil alleen op zijn grondgebied gestationeerde middelen van de NAVO beschikbaar stellen voor het beoogde EU-leger als Ankara een zekere zeggenschap blijft houden over dat materiaal. Griekenland is bang dat zijn aartsvijand zijn rol in de betrokken regio probeert te versterken. In een document worden uitgebreide garanties gegeven voor de soevereiniteit van beide naties. De regering in Athene weigert tot dusver echter daarmee in te stemmen.

De ministers vragen nu inspanningen van Robertson en Solana om de Grieken alsnog over de streep te trekken, zonder dat er nieuwe onderhandelingen nodig zijn. Volgens een NAVO-medewerker zijn de problemen echter levensgroot. „Het gaat niet om zomaar wat vuiltjes die nog resteren”, benadrukte hij.

Momenteel is Spanje voorzitter van de EU. Vanaf 1 juli berust die taak bij Denemarken, dat sceptisch staat tegenover een gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid. In de eerste zes maanden van 2003 voert vervolgens Griekenland zelf de Unie aan. De Denen en de Grieken zullen er waarschijnlijk niet hard aan trekken. Lukt het niet snel een oplossing te bereiken, dan ben je zo een jaar verder, menen daarom diplomaten.

Het ligt in de bedoeling dat de EU straks een legermacht van 60.000 manschappen op de been kan brengen voor het uitvoeren van vredesoperaties. Die zou eind dit jaar de militaire acties voor bescherming van internationale waarnemers in Macedonië moeten overnemen van de NAVO.